ECLI:NL:HR:2009:BJ1940

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01346
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedwongen ontheffing uit ouderlijk gezag en de beoordeling van het toekomstperspectief van kinderen

In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 24 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam met het verzoek om [verzoekster] te ontheffen uit het ouderlijk gezag van haar twee minderjarige kinderen, [de dochter] en [de zoon]. [Verzoekster] heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 16 juli 2008 beslist om [verzoekster] uit het ouderlijk gezag te ontheffen en de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam met de voogdij over de kinderen te belasten. Hierop heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, met het verzoek om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en haar ouderlijk gezag te herstellen. Het gerechtshof heeft op 30 december 2008 de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.

Tegen deze beslissing heeft [verzoekster] cassatie ingesteld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 16 oktober 2009 de zaak behandeld en geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen.

Uitspraak

16 oktober 2009
Eerste Kamer
09/01346
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en de Raad voor de Kinderbescherming.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 24 oktober 2007 ter griffie van de rechtbank Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft de Raad voor de Kinderbescherming zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, [verzoekster] te ontheffen uit het ouderlijk gezag van twee van haar minderjarige kinderen; [de dochter] en [de zoon].
[Verzoekster] heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 16 juli 2008 [verzoekster] uit het ouderlijk gezag ontheven en de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam met de voogdij over voornoemde minderjarige kinderen belast.
Tegen deze beschikking heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, en verzocht de beschikking van de rechtbank te vernietigen en [verzoekster] in haar ouderlijk gezag te herstellen.
Bij beschikking van 30 december 2008 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 16 oktober 2009.