ECLI:NL:HR:2009:BJ1249
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis en bekendheid in procesrecht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Volksrepubliek Bangladesh tegen een uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Bangladesh had Tulip Computers International B.V. gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch en verzet ingesteld tegen een verstekvonnis van 14 mei 2003, waarbij de ontbinding van een 'Commercial Contract' was toegewezen en Bangladesh was veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 4.216.648,--. Tulip betwistte de ontvankelijkheid van het verzet van Bangladesh, stellende dat dit niet tijdig was ingesteld. De rechtbank verklaarde Bangladesh in haar verzet niet-ontvankelijk, wat door het hof in hoger beroep werd bekrachtigd. Bangladesh stelde dat zij niet op de hoogte was van het verstekvonnis, maar het hof oordeelde dat een faxbericht van de Bengaalse ambassade op 15 september 2003, waarin het verstekvonnis was meegedeeld, als een daad van bekendheid moest worden aangemerkt. Hierdoor was de verzettermijn verstreken. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en verwierp het cassatieberoep, waarbij Bangladesh werd veroordeeld in de kosten van het geding.