ECLI:NL:HR:2009:BJ1247

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00201
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging kinderalimentatie en geschil tussen voormalige echtelieden over bijdrage in kosten van verzorging en opvoeding van minderjarig kind

In deze zaak heeft de moeder op 11 juli 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam met het doel de beschikking van 12 mei 2005 van het gerechtshof te Amsterdam te wijzigen. De moeder verzocht dat de vader, met ingang van de verkoopdatum van de echtelijke woning of vanaf 11 juli 2007, maandelijks een bijdrage van € 350,-- per kind zou betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De vader heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft na mondelinge behandeling op 6 februari 2008 bepaald dat de vader vanaf 1 augustus 2006 € 300,-- per kind per maand moet betalen, met een verhoging op basis van eventuele uitkeringen die hij ontvangt voor de kinderen.

De vader heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 oktober 2008 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd. De moeder heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof. De vader heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft op 25 september 2009 de beschikking gegeven en het cassatieberoep verworpen. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden, en er was geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

25 september 2009
Eerste Kamer
09/00201
DV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De moeder],
wonende te [woonplaats], Spanje,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.J.F. Gonesh,
t e g e n
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de vader.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 11 juli 2007 ter griffie van de rechtbank Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft de moeder zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de beschikking van 12 mei 2005 van het gerechtshof te Amsterdam in die zin te wijzigen dat de vader met ingang van de datum waarop de echtelijke woning aan de [a-straat 1] te [plaats] is verkocht, dan wel met ingang van 11 juli 2007, maandelijks als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van partijen [de kinderen] aan de moeder zal voldoen een bedrag van € 350,-- per kind, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.
De vader heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft, na mondelinge behandeling, bij beschikking van 6 februari 2008 bepaald dat de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam van 12 mei 2005 in zoverre wordt gewijzigd dat de man met ingang van 1 augustus 2006 € 300,-- per kind per maand zal betalen als bijdrage in de kosten en verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarigen, bij vooruitbetaling te voldoen aan de vrouw, en te verhogen met het bedrag van iedere uitkering die hem op grond van geldende wetten of regelingen ten behoeve van die minderjarigen kan of zal worden verleend.
Tegen deze beschikking heeft de vader hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij beschikking van 14 oktober 2008 de bestreden beschikking vernietigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vader heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 25 september 2009.