ECLI:NL:HR:2009:BJ1246
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Faillissementsverklaring en cassatieprocedure tegen gemeenten
In deze zaak heeft eiser, handelende onder de naam [A], een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Middelburg, waarin de gemeenten Vlissingen en Middelburg verzocht hebben om hem in staat van faillissement te verklaren. De rechtbank heeft op 29 oktober 2008 het verzoek toegewezen en eiser in staat van faillissement verklaard, met benoeming van een rechter-commissaris en aanstelling van een curator. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 10 februari 2009 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof.
De gemeenten hebben geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekte tot verwerping van het beroep op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de klachten in de middelen van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 25 september 2009 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en E.J. Numann.