ECLI:NL:HR:2009:BI9829

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01115
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van notaris bij verkoop onroerend goed zonder volmacht

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een notaris in het kader van een onrechtmatige daad. De eiser, [eiser], werd door de erven gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden op 4 februari 2003. De erven vorderden onder andere dat [eiser] onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de schade die zij hadden geleden. De rechtbank oordeelde in een tussenvonnis van 3 maart 2004 dat [eiser] bewijs moest leveren van een volmacht van [verweerder 1] voor de verkoop van een boerderij aan [betrokkene 1]. Na getuigenverhoren verklaarde de rechtbank in het eindvonnis van 16 maart 2005 dat [eiser] onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de schade van de erven.

Tegen deze vonnissen ging [eiser] in hoger beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 5 december 2007 de vonnissen bekrachtigde. Hierna stelde [eiser] cassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de erven werden begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels en openbaar uitgesproken door raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.

Uitspraak

9 oktober 2009
Eerste Kamer
08/01115
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel,
t e g e n
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Verweerster 3],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Eiser tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de verweerders in cassatie als [verweerder 1], [verweerder 2] en [verweerster 3] en gezamenlijk als de erven.
1. Het geding in feitelijke instanties
De erven hebben bij exploot van 4 februari 2003 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden en gevorderd, kort gezegd;
- te verklaren voor recht dat [eiser] jegens de erven onrechtmatig heeft gehandeld, althans toerekenbaar is tekortgeschoten in zijn verplichtingen,
- te verklaren voor recht dat [eiser] aansprakelijk is voor alle schade die de erven hebben geleden en nog zullen lijden,
- [eiser] te veroordelen tot betaling van al datgene waartoe de erven in de procedure tussen hen en [betrokkene 1] zijn en nog zullen worden veroordeeld, althans de schade nader op te maken bij staat.
[Eiser] heeft de vordering bestreden.
Na een tussenvonnis van 11 juni 2003 heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 3 maart 2004 [eiser] toegelaten tot bewijslevering dat [verweerder 1] aan [eiser] een volmacht heeft verstrekt tot het ter verkoop aanbieden van de boerderij aan [betrokkene 1] dan wel dat [verweerder 1] heeft ingestemd met het aanbod tot verkoop van de boerderij aan [betrokkene 1].
De rechtbank heeft, na getuigen te hebben gehoord, bij eindvonnis van 16 maart 2005 voor recht verklaard dat [eiser] onrechtmatig jegens de erven gehandeld heeft en dientengevolge aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door de erven geleden en nog te lijden schade en [eiser] veroordeeld tot voldoening van schadevergoeding, nader op te maken bij staat.
Tegen de vonnissen van 3 maart 2004 en 16 maart 2005 heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Bij arrest van 5 december 2007 heeft het hof de bestreden vonnissen bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De erven hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [eiser] mede door mr. L.C. Dufour, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de erven begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.