ECLI:NL:HR:2009:BI9815
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van douanerechten en de bindende werking van Europese Commissie beschikkingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de douanerechten die aan Heuschen & Schrouff Oriental Foods Trading B.V. te Landgraaf waren opgelegd. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het Hof vernietigd en het beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard. De kern van de zaak draait om de vraag of de douaneautoriteiten een vergissing hebben gemaakt bij de tariefindeling van de goederen van belanghebbende, en of deze vergissing redelijkerwijs door belanghebbende kon worden ontdekt.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest verwezen naar eerdere prejudiciële vragen die aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen waren gesteld. Het Hof van Justitie had op 20 november 2008 geoordeeld dat de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen gegeven beoordeling ten aanzien van de toetsing aan artikel 220 van het Communautair douanewetboek bindend is voor de nationale rechter. Dit betekent dat de nationale rechter de beschikking van de Commissie moet respecteren, ook al is er een beroep tot nietigverklaring ingesteld.
De Hoge Raad concludeert dat het oordeel van het Hof dat belanghebbende de vergissing van de douaneautoriteiten niet redelijkerwijs kon ontdekken, onjuist is. Dit leidt tot de conclusie dat de uitnodigingen tot betaling van douanerechten aan belanghebbende terecht zijn gedaan. De Hoge Raad heeft het incidentele beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en het principale beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak van het Hof werd vernietigd.