ECLI:NL:HR:2009:BI9274
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
De juridische status van blanco paspoorten als reisdocumenten in het kader van artikel 231 Wetboek van Strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was in het bezit van blanco Spaanse en Belgische paspoorten, die niet gepersonaliseerd waren en dus feitelijk niet als reisdocumenten konden worden gebruikt. De vraag die centraal stond was of deze blanco paspoorten onder de definitie van 'reisdocument' in artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht vallen. De Hoge Raad oordeelde dat noch de tekst van de wet, noch de wetsgeschiedenis steun biedt voor de opvatting dat blanco paspoorten geen reisdocumenten zijn. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat de wetgever met artikel 231 ook de strijd tegen fraude met blanco reisdocumenten beoogde. De verdachte had op 24 mei 2006 in Amsterdam Italiaanse, Belgische en Spaanse paspoorten in zijn bezit, waarvan hij wist dat deze vals waren. Het Hof had het verweer van de verdediging verworpen, dat de blanco paspoorten niet als reisdocumenten konden worden aangemerkt, en de Hoge Raad oordeelde dat dit verweer terecht was verworpen. De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden en verwierp het beroep.