ECLI:NL:HR:2009:BI9208

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/073HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opheffing derdenbeslag en vorderingen in conventie en reconventie

In deze zaak heeft [eiser] Glaverbel Nederland Holding B.V. gedagvaard voor de rechtbank Arnhem, waarbij hij primair vorderde dat Glaverbel het aandeel in de commanditaire vennootschap Magnetron C.V. terug zou leveren. Daarnaast vorderde hij schadevergoeding. Glaverbel heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat het door [eiser] gelegde derdenbeslag zou worden opgeheven en dat het beslag onrechtmatig zou worden verklaard. De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 16 maart 2005 de vorderingen van [eiser] afgewezen en in reconventie de gevorderde verklaring voor recht toegewezen, waarbij het derdenbeslag werd opgeheven.

Glaverbel heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 17 oktober 2006 het hoger beroep van [eiser] niet-ontvankelijk verklaard en de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft [eiser] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft [eiser] bovendien in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Glaverbel op nihil zijn begroot.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest op 4 september 2009 geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

4 september 2009
Eerste Kamer
C07/073HR
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
GLAVERBEL NEDERLAND HOLDING B.V. (voorheen Glaverfin Beheer B.V.),
gevestigd te Tiel,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Glaverbel.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 23 augustus 2001 Glaverbel gedagvaard voor de rechtbank Arnhem en gevorderd, kort gezegd, primair: Glaverbel te gebieden het aandeel in de commanditaire vennootschap Magnetron C.V. dat zij bij overeenkomst van 21 april 1998 heeft verkregen aan [eiser] terug te leveren, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Glaverbel tot vergoeding van de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Glaverbel heeft de vordering bestreden en, in reconventie, gevorderd, kort gezegd, het door [eiser] ten laste van Glaverbel gelegde derdenbeslag op te heffen, te verklaren voor recht dat het beslag onrechtmatig is jegens Glaverbel en [eiser] te veroordelen tot vergoeding van schade ten gevolge van het beslag, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
De rechtbank heeft, na tussenvonnissen van 19 september 2002, 9 juli 2003, 26 november 2003 en 12 mei 2004, bij eindvonnis van 16 maart 2005 in conventie de vorderingen afgewezen. In reconventie heeft de rechtbank de gevorderde verklaring voor recht toegewezen en het door [eiser] op 9 augustus 2001 ten laste van Graverbel onder de ING Bank N.V. gelegde derdenbeslag opgeheven.
Tegen voornoemde vonnissen van de rechtbank heeft Glaverbel hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 17 oktober 2006 heeft het hof [eiser] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep van de vonnissen van de rechtbank van 19 september 2002, 9 juli 2003 en 26 november 2003 en de vonnissen van 12 mei 2004 en 16 maart 2005 bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Glaverbel is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Glaverbel begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 september 2009.