ECLI:NL:HR:2009:BI9208
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opheffing derdenbeslag en vorderingen in conventie en reconventie
In deze zaak heeft [eiser] Glaverbel Nederland Holding B.V. gedagvaard voor de rechtbank Arnhem, waarbij hij primair vorderde dat Glaverbel het aandeel in de commanditaire vennootschap Magnetron C.V. terug zou leveren. Daarnaast vorderde hij schadevergoeding. Glaverbel heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat het door [eiser] gelegde derdenbeslag zou worden opgeheven en dat het beslag onrechtmatig zou worden verklaard. De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 16 maart 2005 de vorderingen van [eiser] afgewezen en in reconventie de gevorderde verklaring voor recht toegewezen, waarbij het derdenbeslag werd opgeheven.
Glaverbel heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 17 oktober 2006 het hoger beroep van [eiser] niet-ontvankelijk verklaard en de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft [eiser] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft [eiser] bovendien in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Glaverbel op nihil zijn begroot.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest op 4 september 2009 geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.