ECLI:NL:HR:2009:BI7326
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht en betrouwbaarheid fotoconfrontatie in cassatie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 26 februari 2008 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in 1973 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Bon Futuro' op Curaçao, heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde gevangenisstraf. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, deze is verminderd tot drie jaren en negen maanden.
De Hoge Raad heeft de middelen van de verdediging beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De verdachte bevond zich in voorlopige hechtenis en de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit heeft geleid tot de vermindering van de gevangenisstraf.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, besloten dat de bestreden uitspraak enkel op de eerdergenoemde grond vernietigd wordt, en dat de overige middelen van cassatie niet tot een andere beslissing kunnen leiden. Het arrest is uitgesproken op 15 september 2009.