ECLI:NL:HR:2009:BI7326

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01017 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsklacht en betrouwbaarheid fotoconfrontatie in cassatie

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 26 februari 2008 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in 1973 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Bon Futuro' op Curaçao, heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde gevangenisstraf. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Spong, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, deze is verminderd tot drie jaren en negen maanden.

De Hoge Raad heeft de middelen van de verdediging beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De verdachte bevond zich in voorlopige hechtenis en de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit heeft geleid tot de vermindering van de gevangenisstraf.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, besloten dat de bestreden uitspraak enkel op de eerdergenoemde grond vernietigd wordt, en dat de overige middelen van cassatie niet tot een andere beslissing kunnen leiden. Het arrest is uitgesproken op 15 september 2009.

Uitspraak

15 september 2009
Strafkamer
nr. 08/01017 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 26 februari 2008, nummer H-186/07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren [te geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring "Bon Futuro" op Curaçao (Nederlandse Antillen).
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van drie jaren en elf maanden.
4. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 3 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze drie jaren en negen maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 15 september 2009.