ECLI:NL:HR:2009:BI6321
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en de vraag naar de redelijke huurprijs voor gebruik en bewoning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres] en [verweerder] over de vergoeding voor gebruik en bewoning van een benedenhuis. [Verweerder] heeft [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd dat de vergoeding voor gebruik en bewoning per 1 januari 1999, 2000 en 2001 gelijk is aan de maximaal redelijke huurprijs. De rechtbank heeft na meerdere tussenvonnissen en een eindvonnis de vergoeding vastgesteld die [eiseres] aan [verweerder] verschuldigd is en haar veroordeeld tot betaling van de achterstand in de huur.
Na het eindvonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 9 augustus 2007 het principaal beroep verwierp en in het incidenteel beroep het eindvonnis vernietigde voor zover de wettelijke rente over de achterstallige vergoeding was afgewezen. [Eiseres] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling nopen tot nadere motivering. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 11 september 2009.