ECLI:NL:HR:2009:BI6289

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03191
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de nietigheid van rechtshandelingen onder het voorkeursrecht van gemeenten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de nietigheid van rechtshandelingen die onder het voorkeursrecht van gemeenten vallen, zoals geregeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). De Gemeente Katwijk had verzocht om de nietigheid van een ontwikkelingsovereenkomst en de vestiging van een pand- en hypotheekrecht met betrekking tot een perceel dat onder het voorkeursrecht viel. Dit perceel was verhypothekeerd ten gunste van een hypotheeknemer, wat leidde tot juridische geschillen over de geldigheid van deze rechtshandelingen.

De zaak begon met een verzoekschrift dat op 20 juli 2006 werd ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage. De rechtbank heeft op 24 januari 2007 het verzoek van de Gemeente toegewezen. Damplan Vastgoedontwikkeling B.V. en een tweede verzoekster, die niet verschenen waren, gingen in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof bekrachtigde op 24 april 2008 de beschikking van de rechtbank, wat leidde tot een cassatieberoep door Damplan c.s.

De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L.A.D. Keus, strekte tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk deed. De kosten van het geding in cassatie werden aan Damplan c.s. opgelegd, begroot op € 348,38 aan verschotten en € 900,-- voor salaris. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het voorkeursrecht van gemeenten en de rechtsgeldigheid van daarop gebaseerde rechtshandelingen.

Uitspraak

13 november 2009
Eerste Kamer
08/03191
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. DAMPLAN VASTGOEDONTWIKKELING B.V.,
thans kantoorhoudende te Noordwijk,
2. [Verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. W.P. Keulers,
t e g e n
DE GEMEENTE KATWIJK,
zetelende te Katwijk,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. S. Fraats.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Damplan c.s. en de Gemeente; verzoekers onder 1 en 2 ieder afzonderlijk als Damplan en [verzoekster 2].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 20 juli 2006 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft de Gemeente zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de in het verzoekschrift bedoelde rechtshandelingen, in het bijzonder de ontwikkelingsovereenkomst en een aanvullende overeenkomst tussen [verzoekster 2] en Damplan alsmede het gevestigde hypotheek- en pandrecht van 8 juli 2005, met betrekking tot het perceel, gelegen aan de [a-straat] te [woonplaats], kadastraal bekend gemeente Rijnsburg, sectie [A], nummer [001], groot 55 are, waarvan de eigendom rust bij [verzoekster 2], nietig te verklaren.
Damplan c.s. zijn niet verschenen.
De rechtbank heeft bij beschikking van 24 januari 2007 het verzoek van de Gemeente toegewezen.
Tegen deze beschikking hebben Damplan c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na een tussenbeschikking van 31 januari 2008, waarbij het hof Damplan c.s. in de gelegenheid heeft gesteld de overeenkomsten als bedoeld in rov. 11 van zijn beschikking in het geding te brengen, heeft het hof bij eindbeschikking van 24 april 2008 de bestreden beschikking bekrachtigd.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide beschikkingen van het hof hebben Damplan c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Damplan c.s. heeft bij brief van 26 juni 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Damplan c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 348,38 aan verschotten en € 900,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 november 2009.