ECLI:NL:HR:2009:BI6286
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van de Faillissementswet
In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die op 19 juni 2007 door de rechtbank Almelo was uitgesproken. De rechter-commissaris heeft op 31 maart 2008 een voordracht tot beëindiging van deze regeling gedaan. De rechtbank heeft na een mondelinge behandeling op 27 mei 2008 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 31 juli 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 juli 2009 geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoeker verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.