ECLI:NL:HR:2009:BI6286

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03380
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van de Faillissementswet

In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die op 19 juni 2007 door de rechtbank Almelo was uitgesproken. De rechter-commissaris heeft op 31 maart 2008 een voordracht tot beëindiging van deze regeling gedaan. De rechtbank heeft na een mondelinge behandeling op 27 mei 2008 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 31 juli 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 juli 2009 geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoeker verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

10 juli 2009
Eerste Kamer
08/03380
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Op 19 juni 2007 heeft de rechtbank Almelo ten aanzien van [verzoeker] de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregelinguitgesproken.
De rechter-commissaris heeft op 31 maart 2008 een voordracht tot tussentijdse beëindiging van deze schuldsaneringsregeling gedaan.
De rechtbank heeft, na een mondelinge behandeling, bij vonnis van 27 mei 2008 de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd.
Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 31 juli 2008 heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 juli 2009.