ECLI:NL:HR:2009:BI6281

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03198
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de nietigheid van hypotheek- en pandrecht in het kader van het voorkeursrecht van gemeenten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een verzoek van de Gemeente Oegstgeest. De Gemeente had de rechtbank 's-Gravenhage verzocht om de nietigheid van een hypotheek- en pandrecht dat was gevestigd op een perceel grond, dat onder de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) viel. De betrokken partijen, Wavas B.V. en andere verzoekers, hadden het verzoek van de Gemeente niet bestreden, wat leidde tot een toewijzing door de rechtbank op 18 april 2007. Wavas c.s. gingen echter in hoger beroep bij het gerechtshof, dat hun beroep op 24 april 2008 verwierp. Hierop volgde cassatie bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de vraag behandeld of de rechtshandelingen die strekken tot vestiging van een recht van hypotheek nietig zijn op grond van artikel 26 lid 1 van de Wvg. Dit artikel stelt dat rechtshandelingen die in strijd zijn met het voorkeursrecht van de gemeente nietig zijn. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatieprocedure naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat de aangevoerde middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten en de bescherming van gemeentelijke belangen bij de vestiging van hypotheken en pandrechten. De kosten van het geding in cassatie werden toegewezen aan de Gemeente, die in deze procedure als verweerder optrad. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

13 november 2009
Eerste Kamer
08/03198
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. WAVAS B.V.,
gevestigd te Bergambacht,
2. [Verzoeker 2] en
3. [Verzoekster 3],
beiden wonende te [woonplaats]
4. [Verzoeker 4],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. W.P. Keulers,
t e g e n
DE GEMEENTE OEGSTGEEST,
zetelende te Oegstgeest,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. S. Fraats.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Wavas c.s en de Gemeente; verzoekster onder 1 ook als Wavas en verzoekers onder 2, 3 en 4 (in enkelvoud) als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 31 augustus 2006 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft de Gemeente zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de in het verzoekschrift omschreven rechtshandeling, in het bijzonder het gevestigde hypotheek- en pandrecht van 6 juli 2006, ingeschreven op 7 juli 2006, en de onderliggende overeenkomst met betrekking tot de percelen gelegen nabij de [a-straat 1] te [plaats], kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, sectie [B], nummer [001], totaal groot 12 are en 75 centiare, kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, sectie [B], nummer [002], groot 23 are en 25 centiare, kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, sectie [B], nummer [003], groot 36 are en 5 centiare, kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, sectie [B], nummer [004], groot 38 are en 5 centiare, waarvan de eigendom berust bij [verzoeker] nietig te verklaren.
Wavas c.s. hebben het verzoek niet bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 18 april 2007 het verzoek van de Gemeente toegewezen.
Tegen deze beschikking hebben Wavas c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na een tussenbeschikking van 31 januari 2008, waarbij het hof Wavas c.s. in de gelegenheid heeft gesteld de genoemde overeenkomsten als bedoeld in rov. 8 van zijn beschikking in het geding te brengen, heeft het hof bij eindbeschikking van 24 april 2008, gecorrigeerd bij beschikking van 29 mei 2008, het beroep verworpen.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof van 31 januari 2008 en 24 april 2008 hebben Wavas c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Wavas c.s. heeft bij brief van 26 juni 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Wavas c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 348,38 aan verschotten en € 900,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 november 2009.