ECLI:NL:HR:2009:BI6281
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de nietigheid van hypotheek- en pandrecht in het kader van het voorkeursrecht van gemeenten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een verzoek van de Gemeente Oegstgeest. De Gemeente had de rechtbank 's-Gravenhage verzocht om de nietigheid van een hypotheek- en pandrecht dat was gevestigd op een perceel grond, dat onder de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) viel. De betrokken partijen, Wavas B.V. en andere verzoekers, hadden het verzoek van de Gemeente niet bestreden, wat leidde tot een toewijzing door de rechtbank op 18 april 2007. Wavas c.s. gingen echter in hoger beroep bij het gerechtshof, dat hun beroep op 24 april 2008 verwierp. Hierop volgde cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de vraag behandeld of de rechtshandelingen die strekken tot vestiging van een recht van hypotheek nietig zijn op grond van artikel 26 lid 1 van de Wvg. Dit artikel stelt dat rechtshandelingen die in strijd zijn met het voorkeursrecht van de gemeente nietig zijn. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatieprocedure naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat de aangevoerde middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten en de bescherming van gemeentelijke belangen bij de vestiging van hypotheken en pandrechten. De kosten van het geding in cassatie werden toegewezen aan de Gemeente, die in deze procedure als verweerder optrad. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.