ECLI:NL:HR:2009:BI5923
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Ontheffing ouderlijk gezag in het familierecht
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 13 oktober 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Gravenhage met het verzoek om de moeder te ontheffen van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De rechtbank heeft op 21 maart 2007 de moeder ontheven van het ouderlijk gezag en het Leger des Heils benoemd tot voogdes over [kind 1] en de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland tot voogdes over [kind 2]. De moeder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, met het verzoek de beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag af te wijzen. Subsidiair verzocht de moeder het Leger des Heils te benoemen als voogdes over beide kinderen.
Het gerechtshof heeft op 30 juli 2008 de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het meer of anders in hoger beroep verzochte afgewezen. Tegen deze beschikking heeft de moeder cassatie ingesteld. In cassatie is geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 10 juli 2009 de beschikking gegeven en het beroep verworpen. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.