ECLI:NL:HR:2009:BI5905
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenveroordeling en vrijheid van de feitenrechter
In deze zaak hebben eisers, [Eiser 1] en [Eiser 2], een cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak begon toen Hommerson Arcades B.V. op 2 november 2004 eisers dagvaardde voor de rechtbank Utrecht, waarbij zij een bedrag van € 47.387,41 vorderde, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft op 19 juli 2006 eisers hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 10.000,--, met wettelijke rente vanaf 1 oktober 2004. Eisers hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waarop Hommerson incidenteel hoger beroep heeft ingesteld en haar eis heeft vermeerderd.
Het gerechtshof heeft op 29 april 2008 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd, behoudens de veroordeling in de proceskosten. Het hof heeft eisers hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 10.266,30, met wettelijke rente vanaf 1 februari 2004, en hen in de kosten van het hoger beroep veroordeeld. Tegen dit arrest hebben eisers cassatie ingesteld, waarbij de cassatiedagvaarding aan het arrest is gehecht. Hommerson is niet verschenen in cassatie.
De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van Hommerson. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.