ECLI:NL:HR:2009:BI5611

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/10872
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafoplegging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 20 juli 2007 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1983, had beroep ingesteld tegen de strafoplegging die door het hof was opgelegd. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat P.J. Stronks, stelde dat de strafoplegging onterecht was, maar het middel dat werd ingediend, klaagde niet over het ontbreken van de bewezenverklaring in de vorm van een uitgestreepte tenlastelegging. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, heeft het beroep in cassatie beoordeeld. De Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook deed. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is uitgesproken op 7 juli 2009.

Uitspraak

7 juli 2009
Strafkamer
Nr. 07/10872
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, Enkelvoudige Kamer, van 20 juli 2007, nummer 24/003114-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.J. Stronks, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel, dat klaagt over de strafoplegging, doch niet over het ontbreken van de bewezenverklaring in de vorm van een uitgestreepte tenlastelegging, kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 7 juli 2009.