ECLI:NL:HR:2009:BI5118
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Kapitaalsbelasting en juridische fusie: fiscale waardering van aandelenverkoop en fusie-effecten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting opgelegd aan X B.V. De naheffingsaanslag was het gevolg van een juridische fusie tussen X B.V. en C B.V., waarbij aandelen in X B.V. door C B.V. aan B N.V. werden verkocht. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslag na bezwaar, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. X B.V. ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat de verkoop van aandelen door C B.V. aan B N.V. en de daaropvolgende fusie niet fiscaal als één rechtshandeling konden worden aangemerkt. De Hoge Raad stelde vast dat de koop van aandelen door B N.V. een afzonderlijke rechtshandeling is, die niet wordt uitgewist door de fusie. De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur ten onrechte kapitaalsbelasting had geheven, omdat de fusievrijstelling van toepassing was. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, evenals de naheffingsaanslag van de Inspecteur.
De Hoge Raad gelastte de Staat om de kosten van het geding in cassatie en de kosten voor het Hof aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de fiscale waardering van rechtshandelingen in het kader van juridische fusies en de toepassing van de fusievrijstelling in de Wet op belastingen van rechtsverkeer.