ECLI:NL:HR:2009:BI5106
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toelaatbaarheid van pleitnota's en de gevolgen voor de verdediging in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit bezwaar werd door de Inspecteur afgewezen. Het Hof had het beroep van de belanghebbende tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij hij werd bijgestaan door mr. J.J. Vetter, advocaat te Amsterdam.
De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende in zijn verdediging was geschaad door de uitvoerige pleitnota die door de Inspecteur was overgelegd. De pleitnota, die 18 bladzijden telde, bevatte niet alleen een reactie op de eerder door de belanghebbende ingediende pleitnota, maar ook gedetailleerde informatie over bewijsstukken die al in het geding waren gebracht. De Hoge Raad vond het oordeel van het Hof dat de belanghebbende adequaat had kunnen reageren op de pleitnota van de Inspecteur niet begrijpelijk, omdat de inhoud van de pleitnota niet voldoende was gemotiveerd.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en werd het griffierecht van € 103 vergoed aan de belanghebbende. De Hoge Raad benadrukte dat het verwijzingshof moet beoordelen of de belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof.