Mijn vader zei mij toen dat ik naar de slaapkamer moest. Ik begreep toen al waarom hij dat zei. Het was namelijk niet de eerste keer. Er was al eerder iets gebeurd.
De slaapkamer zit naast de huiskamer. Toen ik naar de slaapkamer was gegaan, kwam mijn vader mij achterna. Ik had toen mijn kleding nog aan. Mijn vader had ook zijn kleding nog aan. Ik moest van mijn vader mijn kleren uitdoen. Ik heb zelf mijn kleding uitgetrokken. Dat moest van mijn vader. Ik deed dat omdat ik bang was. Als ik namelijk iets niet doe wat mijn vader wil dan slaat hij mij.
Ik heb mijn kleren uitgetrokken terwijl ik op bed zat, onder het dekbed. Mijn vader zat ook onder het dekbed en had ook zijn kleren uitgetrokken.
Ik lag dus bloot op bed. Ik lag op mijn rug. Mijn benen lagen recht en mijn armen hield ik langs mijn zij. Mijn vader lag ook op bed. Hij lag naast mij. Mijn vader raakte mij aan. Dat deed hij heel even. Mijn vader raakte mij met zijn handen aan op een bepaalde plek. Dat was mijn blote lichaam. Het was op sexueel gebied dat hij mij aanraakte. Ik vind het heel moeilijk om het precies te vertellen; ik schaam mij daarvoor. Het aanraken deed hij hard. Dat was geen slaan, maar hij kneep mij op bepaalde plaatsen.
U vraagt mij of hij mij aan mijn borsten aanraakte. Dat klopt. Hij raakte allebei mijn borsten aan. Hij kneep daar heel hard in. Dat deed pijn. Ook raakte hij mijn vagina aan. Dat deed hij met zijn handen, terwijl hij naast mij lag. U vraagt mij of hij mijn vagina ook aanraakte. Dat deed hij. U vraagt mij ook of hij mijn vagina bij mijn schaamhaar aanraakte. Hij deed dat verder naar achteren.
U vraagt mij op welke manier hij mijn vagina aanraakte. Mijn vader deed dat zo ongeveer als de gynaecoloog dat bij mij heb gedaan toen ik onderzocht werd.
Mijn vader ging met een of meerdere vingers tussen mijn schaamlippen. Ik voelde dat hij een klein stukje in mijn vagina ging. Dat deed namelijk veel pijn. Mijn vader deed dat toen hij naast mij lag.
Toen hij stopte ging hij op mij liggen.
U vraagt mij of ik de penis van mijn vader toen heb gezien en of hij stijf was. Ik weet niet wat met een stijve penis bedoeld wordt. Wel heb ik gevoeld dat zijn penis tegen mijn vagina kwam. Ik weet dat mijn vader een condoom om zijn penis had gedaan. Ik zag dat hij voordat hij op mij kwam liggen een condoom pakte uit een la en die om zijn penis deed.
Nadat hij die condoom had omgedaan, kwam hij op mij liggen en kwam zijn penis tegen mijn vagina. Dat voelde ik. Zijn penis ging tussen mijn schaamlippen mijn vagina in. Dat was verder dan dat hij met zijn handen heeft gedaan. Ik weet niet precies hoever hij mijn vagina is geweest. Ik weet wel dat dat veel pijn deed.
Terwijl hij op mij lag bewoog hij. Wanneer hij dat deed ging zijn penis steeds uit mijn vagina en er weer een stukje in. Ik lag met mijn benen opgetrokken uit elkaar. Dat moest van mijn vader. Hij deed dat zelf. Mijn voeten bleven op het bed.
Terwijl mijn vader bewoog hield hij met zijn handen mijn handen, die ik nog langs mijn lichaam had, tegen. Hij hield ze vast.
Op een gegeven moment stopte hij gewoon en ging hij van mij af. Hij kleedde zich aan en ging weer de woonkamer in en tv kijken. Ik stond ook op kleedde mij aan en moest nog de keuken dweilen en ging ik koffie zetten.
U vraagt mij of ik weet of mijn vader klaar was gekomen. Ik weet niet wat klaarkomen is. Wel heb ik gezien dat er toen wit spul uit zijn penis was gekomen. Dat was terwijl hij een condoom omhad.
Terwijl mijn vader zich aankleedde, nadat hij gestopt was, zei hij nog tegen mij, dat ik het tegen niemand mocht zeggen.
U vraagt mij of ik de penis van mij vader wel eens met mijn handen heb moeten aanraken. Dat heb ik inderdaad wel eens moeten doen. Ik was dan alleen met hem en hij was bloot. Ik moest hem aanraken en moest stoppen wanneer hij dat dan zei. Dat is ook zo op die zondag gebeurd. Dat was voordat hij mijn vagina begon aan te raken. Dat had hij tegen mij gezegd. Hij lag naast mij op bed en ik moest, nadat hij mijn borsten had aangeraakt, zijn penis vastpakken. Ik moest van mijn vader met een hand zijn penis vastpakken en dan mijn hand bewegen. Hij pakte namelijk mijn hand vast en bewoog met zijn hand mijn hand.
U vraagt mij hoe lang ik dit moest doen. Ik weet dat niet. Ik vond het lang.
U vraagt mij ook hoe vaak dit is voorgevallen. Het gebeurde bijna iedere zondag in zijn huis, als ik daar kwam.
Ik moest ieder zondag schoonmaken bij mijn vader.
U vraagt mij of er nog wel eens andere dingen zijn gebeurd. Het is wel voorgekomen dat mijn vader mij heeft gezoend. Hij deed dat met zijn mond.
Ik heb u al verklaard dat hij ook wel eens zijn penis in mijn mond heeft gedaan. Ik moest dan telkens overgeven. Dat is meerdere keren gebeurd.
Zoiets dergelijks heeft mijn vader ook bij mij gedaan. Mijn broer noemde dat beffen. Dat heeft mijn vader ook meerdere keren gedaan. Dat gebeurde ook op de [a-straat].
U vraagt mij of ik weet wat beffen is en of dat hetzelfde is als een gewone zoen. Het was anders dan een gewone zoen. Mijn vader raakte dan met zijn mond mijn vagina aan. Ik voelde dan zijn tong.
Deze laatste dingen gebeurden vaker dan wat hij deed als hij op mij kwam liggen. Die dingen gebeurden nagenoeg elke zondag, dat hij op mij liggen gebeurde niet elke zondag.
Ik heb dit alles tegen niemand verteld.
Ik heb u verklaard dat mijn vader het altijd deed met een condoom en u vraagt mij waarom ik toch naar de huisarts was geweest. Ik ben in 1998 twee keer bij de dokter geweest omdat ik bang was dat ik zwanger was. Ik was namelijk niet ongesteld geworden.'
12. Op 15 april 2000 heeft [slachtoffer 1] tegenover verbalisanten onder meer verklaard:
'Ik heb van u begrepen dat u nog nadere vragen heeft met betrekking tot mijn eerdere verklaringen.
Ik vind het heel moeilijk om er weer over te praten en ik (heb) mij ook nu niet voor kunnen bereiden. Ik wil eigenlijk niet inhoudelijk meer op de zaken ingaan omdat ik steeds weer de beelden voor mij zie en dat helemaal niet leuk vind. U zegt mij dat justitie toch nog wat meer wil weten en dat dat heel belangrijk is voor de voortgang van de aangifte. (...)
U vraagt aan mij of ik ook nog iets nader kan vertellen over het sexueel misbruik gepleegd door mijn vader en broer. Ik vind dit te moeilijk. Ik heb al heel uitgebreid aan u verteld en dat heeft heel veel moeite gekost om dat te verwerken. Ik heb er weken niet van kunnen slapen. Ik weet dat het heel belangrijk is voor de voortgang van de aangifte maar ik vind het te moeilijk.
U vraagt wanneer het sexueel misbruik voor het laatst is geweest. Dit was het weekend na het eerste gesprek met u op politiebureau [...]. Het was op een zondag. Er is toen hetzelfde gebeurd als ik u verteld (heb) in een eerdere verklaring. Deze zondag heeft mijn vader mij sexueel misbruikt. (...) Als u mij vraagt of dit 27 juni 1999 (was) kan dat best wel kloppen.'
13. De verklaringen van [slachtoffer 1] vinden op een aantal onderdelen bevestiging in de verklaring van een (school)vriendin, de verklaring van een vrouw die werkzaam was op de school die [slachtoffer 1] bezocht en in briefjes die [slachtoffer 1] destijds heeft geschreven.
14. Briefjes waarin [slachtoffer 1] aan haar klasgenoten c.q. vriendinnen over haar thuisproblemen schreef, circuleerden in ieder geval in het schooljaar 1996-1997. Klasgenoten hebben deze aan de schoolarts gegeven omdat [slachtoffer 1] erin aangaf dat ze het niet meer zag zitten. In het schooljaar 1997-1998 zou een van die briefjes betrekking hebben gehad op ongewenst gedrag van haar broer ten opzichte van [slachtoffer 1]. In een verklaring van [getuige 2], die destijds werkzaam was op de school waar [slachtoffer 1] naartoe ging, staat hierover het volgende:
'Tijdens een dagje zwemmen zag ik dat er diverse blauwe plekken op het lichaam van [slachtoffer 1] zaten. Dit was op de benen en armen van [slachtoffer 1]. Ik heb [slachtoffer 1] er later over aangesproken maar zij wilde er niets over vertellen. Ik heb toen de schoolarts [betrokkene 1] op de hoogte gebracht van deze bevindingen en [betrokkene 1] heeft getracht een gesprek aan te gaan met [slachtoffer 1] maar heeft toen niets verteld. Intussen hadden de klasgenootjes van [slachtoffer 1] briefjes ontvangen van [slachtoffer 1]. Deze briefjes werden door de klasgenootjes aan de schoolarts gegeven omdat daar meerdere malen in stond dat [slachtoffer 1] het niet meer zag zitten. (...) Het volgende schooljaar 1997-1998 ging iets beter omdat de klas haar beter opving. (...) Hoewel het op school iets beter ging in de omgang bleef [slachtoffer 1] in een sociaal isolement zitten. Er was geen steun vanuit het thuisfront. De zorgen bleven er om [slachtoffer 1]. [Slachtoffer 1] gaf nog steeds signalen af in de vorm van briefjes. Ik weet dat in een van de briefjes die [slachtoffer 1] aan vriendinne(n) heeft geschreven dat [slachtoffer 1] vertelt over ongewenst gedrag van haar broer ten opzichte van haarzelf. [Slachtoffer 1] heeft tot en met 1999 bij ons op school gezeten en heeft altijd een zorgelijke indruk op mij gemaakt.'
15. Op school heeft [slachtoffer 1] over haar thuissituatie verteld aan [getuige 1], een klasgenote. Haar verklaring in een proces-verbaal van 12 mei 2000 houdt onder meer in:
'In de eerste klas van de middelbare school kwam [slachtoffer 1] bij mij in de klas. (...) Ze vertelde dat ze thuis werkelijk alles moest doen. Ook vertelde ze dat ze werd geslagen met een riem en zo. Ik heb de striemen wel op haar rug gezien. Toen we allebei in de 2e klas zaten heeft ze mij op een keer verteld dat ze bang was zwanger te zijn. Ik zei haar toen dat dat toch niet kon, omdat ze toch geen vriend had.
Later vertelde zij mij dat haar vader haar (al) vanaf toen ze heel jong was sexueel misbruikte. Ze vertelde niet wat hij deed, dat was volgens haar te erg om te vertellen. (...)
[Slachtoffer 1] hield van haar oma, maar was tegelijkertijd ook wel bang voor haar. Via de maatschappelijk werkster heeft [slachtoffer 1] contact gekregen met de Raad voor de Kinderbescherming. Ik heb tegen [slachtoffer 1] gezegd dat ze echt alles tegen die vrouw van de Raad voor de Kinderbescherming moest vertellen. Deze vrouw van de Raad voor de Kinderbescherming heeft, nadat ze het verhaal van [slachtoffer 1] had vernomen, gesproken met haar oma en opa. Ik vind dit heel asociaal omdat [slachtoffer 1] er veel problemen mee kreeg. Die dag dat het gesprek tussen hen heeft plaatsgevonden heeft [slachtoffer 1] heel erg slaag gehad van hen.
Ik ben op een gegeven moment van school gegaan en naar een andere school gegaan. In de weekends werkte ik bij Albert Heijn, waar ik [slachtoffer 1] nog wel eens ontmoette. Ik kon dan een paar minuutjes met haar praten. Ik zei haar ook dat ze mij altijd kon schrijven. Ik heb thuis, als mijn moeder ze niet heeft weggegooid nog deze briefjes in mijn lade liggen op mijn kamer. Ik heb deze altijd bewaard.
Op een gegeven moment heb ik ook met mijn moeder over de problemen van [slachtoffer 1] gesproken en verteld dat ze misbruikt werd. Ik vertelde dat ze door haar broer werd aangerand. Mijn moeder wist toen niet wat ze er aan zou kunnen doen. Ik nam op een bepaald (moment) dan maar de beslissing om een brief die [slachtoffer 1] aan mij had gestuurd aan de wijkagent [betrokkene 2] te geven in de hoop dat er dan iets aan gedaan kon worden. Ik had eigenlijk geen vertrouwen meer in andere mensen, omdat de Raad voor de kinderbescherming ook zo vreemd had gehandeld. Kort nadat ik de brief aan de politie had gegeven is [slachtoffer 1] uit huis geplaatst.
Ik weet dat [slachtoffer 1] het ook aan haar oma heeft verteld wat er met haar is gebeurd. Zij heeft toen [slachtoffer 1] voor slet en hoer uitgemaakt.'
16. Een aan de getuige [getuige 1] gericht briefje houdt onder meer het volgende in:
'hoi [getuige 1]
hoe gaat het.
met mij slecht. Je moet niet schrikken maar ik word door mijn broer misbruikt en mijn vader is precies hetzelfde
Ik weet dat ik mijn vader ook moet aangeven maar ze doen toch niks. Dat doen ze nou ook niet.
En dan mijn opa en oma nog
ik hoop dat ik dit volhoud maar dat denk ik niet
iedere dag is het hetzelfde
mijn broer en mijn opa en oma
En mijn vader in het weekend.
als mijn vader te weten komt dat ik het vertelt heb dan doet hij wat en jij weet wat dat is, het heeft gewoon geen zin meer ze blijven doorgaan.
en van mijn vader en mijn broer is het ergste en ik kan ze niet tegenhouden mijn vader is sterker dan mij en mijn broer ook
Je moet mijn broer niet in elkaar slaan anders wordt het alleen maar erger.
ik moet stoppen =xxx= [slachtoffer 1]'
17. [Slachtoffer 2] heeft, terwijl hij was gedetineerd in verband met de tegen hem door [slachtoffer 1] geuite beschuldigingen, aangifte gedaan wegens seksueel misbruik door zijn vader. De verklaring is als volgt opgenomen in het proces-verbaal van 15 januari 2001:
'Ik heb u enige tijd geleden gebeld omdat ik over mijn vader wil verklaren. (...) Ik heb met mijn advocaat gesproken en hij heeft mij aangeraden om mijn verhaal aan u te vertellen.
Ik wil nu aangifte doen tegen mijn vader omdat ik dit eerder niet durfde. Ik weet dat ik niets slechts over mijn vader hoef te vertellen maar ik vind dat het moet.
(...) Ik heb mijn verhaal al tegen mijn advocaat verteld en ik vond het toen al heel moeilijk. Ik vind het eng om te vertellen.
Toen ik 12 jaar oud werd weet ik dat mijn vader op mijn verjaardag sexueel betast heeft. Deze datum kan ik mij heel goed herinneren. Ik weet ook heel zeker dat voor deze verjaardag mijn vader mij ook sexueel betastte.
Het betasten bestond uit het aftrekken van mijn geslachtsdeel tot er wit spul uit kwam. Ik moest mijn vader ook aftrekken totdat er wit spul uit kwam. Dit gebeurde als mijn vader doordeweeks thuis was en ik bij hem sliep. Dit gebeurde wekelijks dat mijn vader mij sexueel misbruikte. Ik moest altijd bij mijn vader in bed slapen. Mijn vader zei tegen mij dat ik me uit moest kleden. Als ik mij niet uitkleedde dan kreeg ik weer harde klappen van mijn vader. Mijn vader sloeg altijd met zijn handen en nooit met iets anders, maar ik wil u vertellen dat hij wel grote handen heeft. Ik voelde dan dat mijn vader aan mijn stijve geslachtsdeel ging zitten. Ik deed dit ook bij mijn vader. Na mijn 12 verjaardag weet ik dat mijn vader met zijn geslachtsdeel bij mij van achteren binnen drong. Dit is vaak gebeurd. Ik denk 10 keer. Ook dit gebeurde op de slaapkamer van de woning van mijn vader aan de [a-straat 1] te [plaats]. Ik heb wel eens samen moeten douchen met mijn vader en dan zeepte hij mij helemaal in.
Ik vond het nooit leuk als mijn vader deze dingen deed maar ik durfde niets te zeggen. Ik was bang van mijn vader want hij sloeg mij altijd. Ik durfde ook niets te zeggen tegen mijn opa en oma omdat opa ook altijd sloeg en ze geloofden mijn vader altijd.
Ik weet dat als mijn vader bij mij sexueel binnendrong dat dit zeer deed. Ik wilde dan huilen maar als ik huilde dan sloeg mijn vader me weer.
Als ik er iets van zei dan riep hij altijd iets van kop houden.
Mijn vader sloeg mij heel vaak en hard. Hij heeft mij 2 maal een blauw oog geslagen en 1 maal een bloedneus. (...)
Ik weet dat mijn vader ergens na mijn 14e verjaardag is gestopt met het sexueel lastig vallen. Waarom dat weet ik eigenlijk niet precies maar ik weet wel dat mijn vader niet meer thuis kwam doordeweeks. Ik wil u ook vertellen dat mijn vader mij in het weekend nooit lastig viel omdat [slachtoffer 1] kwam schoonmaken.(...) Ik wil u ook vertellen dat ik vaak heb gezien dat [slachtoffer 1] ook werd geslagen door mijn vader en mijn opa. (...) Opa was ook heel gauw boos en sloeg ons.
Het sexueel misbruik is gestopt na mijn veertiende verjaardag. Het slaan is echter doorgegaan. Mijn vader sloeg mij om het minste geringste. Ik werd vaak geslagen door hem. Als er iets niet naar zijn zin was dan sloeg hij mij. Ook als ik helemaal niets deed en hij het niet naar zijn zin had dan sloeg hij mij.'
18. Verder bevat het dossier een brief van de huisarts van [slachtoffer 1] dat op haar verzoek in 1998 en 1999 twee zwangerschapstesten zijn uitgevoerd. Ook staat in de brief een overzicht van onderzoeken waarbij enig lichamelijk letsel was vast te stellen. Bij de contacten die de huisarts met [slachtoffer 1] heeft gehad is er geen directe aanleiding geweest om aan seksueel misbruik te denken.
19. Aanvrager heeft bij het eerste politieverhoor, om 11.30 uur op 1 september 2000, de volgende verklaring afgelegd:
'Ik begrijp dat ik verdacht word van ontucht en gemeenschap hebben met mijn dochter.
Ik ben bereid antwoorden te geven op vragen, maar wil eerst met mijn advocaat spreken.'
20. Tijdens het tweede politieverhoor dat later die dag vanaf 14.30 uur werd gehouden, heeft aanvrager nader verklaard. De verklaring van aanvrager is als volgt in het proces-verbaal opgenomen:
'U vraagt mij wat ik ervan vind, dat [slachtoffer 1] aangifte tegen mij heeft gedaan. Ik vind het heel moeilijk om erover te praten. Ik weet niet hoe ik moet beginnen.
Ik weet niet precies waar ik moet beginnen. Ik kan mij niet precies herinneren, wanneer het is begonnen en waar.
Het moet volgens mij wel op de [a-straat] zijn gebeurd, in de slaapkamer.
Ik was doordeweeks niet thuis dus kan het niet gebeurd zijn. [Slachtoffer 1] kwam 's zondags naar mij toe. Ze woonde bij opa en oma. Ze kwam dan bij mij douchen, dat deed ze bij opa en oma nooit. Ook zat ze bij mij aan de computer. [Slachtoffer 2] deed dat ook graag.
Ik ken het eigenlijk niet goed onder woorden brengen. Ik zal het proberen. Het is voorgevallen dat ik op mijn bed in de slaapkamer ben gaan liggen en ging slapen. Ik werd op een gegeven moment wakker en zag dat [slachtoffer 1] naast mij in bed lag. Ik lag onder de dekens in een boxershort. [Slachtoffer 1] lag op de dekens en was uitgekleed.
Ik kan het niet uitdrukken wat ik toen gedaan heb. Ik kan alleen maar zeggen dat ik toen dingen met [slachtoffer 1] gedaan heb die niet horen als vader zijnde. Die dingen waren op sexueel gebied.
Ik begrijp nu dat het fout was wat ik gedaan heb. Op het moment dat het gebeurde besefte ik niet dat het fout was.
Ik heb nooit sexuele voorlichting gehad.
U vraagt mij of ik nog weet hoe oud [slachtoffer 1] was toen het begon. Ze is nu anderhalf jaar weg.
Ik denk dat het begonnen is toen [slachtoffer 1] een jaar of negen was. Het is gestopt voor het overlijden van mijn moeder. Mijn moeder is op 10 juni 1999 overleden.
U vraagt mij hoe vaak ik het deed. Het werd later minder in aantal dan in het begin. Ik zal proberen te omschrijven wat ik deed. Ik betastte haar.
U vraagt mij of er meer is gebeurd dan betasten. Ik kan het niet goed onder woorden brengen, maar het is verder gegaan dan betasten. Het is zelfs zover gegaan dat ik gemeenschap heb gehad met [slachtoffer 1].'
21. Tijdens het derde politieverhoor op 2 september 2000 heeft aanvrager uitgebreider verklaard. Zijn verklaring is als volgt in het proces-verbaal weergegeven:
'Ik heb het hier erg moeilijk mee om daarover te praten.
(...)
Bij de scheiding zijn de kinderen aan mijn ex-vrouw toegewezen. (...) Mijn ex-vrouw wilde de kinderen echter niet hebben. Ik heb toen de kinderen toegewezen gekregen. (...) De kinderen zijn toen bij opa en oma gaan wonen vanwege mijn beroep. (...)
Mijn vader en moeder deden de huishouding. De kinderen hoefden volgens mij niets te doen. (...) Als [slachtoffer 1] bij mij op zondag thuis kwam dan maakte zij mijn huis schoon. (...) Zij moest dit van mij doen. Het is gebeur(d) dat als zij het niet deed of wilde doen dat ik haar sloeg. Dit is meerdere malen gebeur(d). (...) Ik sloeg haar nooit in het gezicht. Ik sloeg haar alleen op haar billen of op haar lichaam. Ik sloeg haar enkel met mijn handen. Het is voor gekomen dat ik haar ook wel eens een schop heb gegeven. Ik schopte haar tegen de billen. (...)
Ik kan best begrijpen dat [slachtoffer 1] bang voor mij was in die tijd zoals ik haar behandelde. Als ik iets zei dan deed zij dit gelijk. Ik denk dat [slachtoffer 1] dacht dat als zij dit niet zou doen ik haar zou slaan. Ik kan nu best goed begrijpen dat zij die gedachten had. Ik begrijp nu best dat ik haar niet zo leuk behandelde. Ik behandelde haar niet zoals een vader dat zou moeten doen met zijn kinderen. Ik begrijp nu goed dat andere mensen [slachtoffer 1] mijn werkster of sloofje vonden. Ik stond daar in die tijd niet bij stil. Als mijn kinderen bij mij kwamen, dan moest [slachtoffer 1] eerst mijn woning schoonmaken. [Slachtoffer 2] mocht altijd gelijk op de computer gaan spelen. [slachtoffer 1] mocht dit ook maar dat mocht pas nadat zij had schoon gemaakt. (...)
Toen [slachtoffer 1] ongeveer 9 jaar oud was begon ik haar seksueel te misbruiken. Dit misbruik heeft alleen plaats gevonden in mijn woning aan [a-straat]. Ik was altijd alleen met haar in de woning. Het gebeurde zowel in de slaapkamer als in de woonkamer. De reden waarom ik ben begonnen om haar te misbruiken is dat ik volgens mij genegenheid mistte. Ik heb nooit genegenheid gehad. Niet van mijn ex-vrouw of andere vrouwen waarmee ik een relatie heb gehad. Ik heb wel genegenheid en liefde van mijn ouders gehad. Ik had volgens mij een drang naar genegenheid. Het misbruik begon met haar te betasten. Ik kan nog niet over details verklaren van het misbruik. Ik heb het hier erg moeilijk mee. Ik wil daar later op terug komen.'
22. De volgende dag heeft aanvrager tijdens het politieverhoor nader verklaard. Het proces-verbaal van het verhoor van 3 september 2000 houdt onder meer het volgende in als verklaring van aanvrager:
'U vraagt mij over de details van de ontucht die ik met mijn dochter [slachtoffer 1] heb gedaan. Ik zal proberen daar over te verklaren. Ik heb het daar wel moeilijk mee. De ontucht met [slachtoffer 1] begon toen zij ongeveer de leeftijd van 9 jaar had. (...) De ontucht begon met het betasten van [slachtoffer 1]. Ik begon met het betasten van haar borsten. [Slachtoffer 1] moest van mij haar kleding uittrekken. Dit zei ik tegen haar. Ik bedreigde haar niet. [Slachtoffer 1] trok zelf haar kleding uit. Zij was volgens mij wel bang voor mij. Ik denk wel dat zij wist dat als zij haar kleding niet zou uit trekken, zij een pak slaag zou krijgen. Zij lag dan naakt op bed. Ik trok zelf ook mijn kleding uit. Ik ging dan naakt naast haar op bed liggen. Soms hield ik mijn boxershort aan. Ik begon eerst haar borsten te betasten. Hierna begon ik verder te gaan. Ik begon haar vagina te betasten. Ik begon haar te vingeren. Hiermee bedoel ik dat ik mijn vinger in haar vagina bracht en haar vagina begon te vingeren. [Slachtoffer 1] vond dit volgens mij niet leuk. Ik kon dit merken aan haar houding en de uitstraling van haar gezicht. Hoewel zij dit niet leuk (vond) ging ik toch door. Ik dacht daar niet bij na. Ik vond dit van ondergeschikt belang en ik dacht alleen aan mijzelf. Ik moest zelf aan mij(n) trekken komen. Ik zoende ook haar borsten. Ik kneep ook in haar borsten. Volgens mij kneep ik niet zo hard. [Slachtoffer 1] vond dit helemaal niet leuk. Zij zei dat ik dit niet moest doen. Zij zei dat het pijn deed. Ook heb ik [slachtoffer 1] gebeft. Hiermee bedoel ik dat ik mijn tong bij haar vagina naar binnen bracht en haar binnenin begon te likken. Ook dit vond [slachtoffer 1] niet leuk. Dit zag ik aan haar houding. [Slachtoffer 1] moest mij ook pijpen. Hiermee bedoel ik dat zij mijn stijve penis in haar mond moest nemen. Zij moest dan aan mijn penis likken en zuigen. Het is wel eens gebeur(d) dat ik een zaadlozing in haar mond kreeg. Dit vond zij niet leuk. Zij ging dan gelijk naar de badkamer. Zij gaf dan over en begon gelijk haar mond schoon te maken. Ik begreep best dat zij dit helemaal niet leuk vond. Ik ging steeds verder met mijn handelingen. Vervolgens begon ik gemeenschap met haar te hebben. Ik bedoel hiermee dat ik haar neukte. Zij lag dan naakt op haar rug op bed. Zij had haar benen uit elkaar gedaan. Zij moest dit van mij en zij deed dit ook. Ik denk wel dat zij bang was. Ik was zelf ook naakt. Ik ging dan op haar liggen en bracht mijn stijve penis bij haar naar binnen in haar vagina. Ik begon dan op en neer gaande bewegingen op haar te maken. Als ik haar neukte gebruikte ik een condoom, omdat ik bang was dat zij zwanger zou worden. Volgens mij gebruikte [slachtoffer 1] geen voorbehoedsmiddelen. Zij vond dit niet leuk en was boos. Ik kon dit zien aan haar gezicht. Ik merkte wel dat ik haar pijn deed. Dit zei zij ook tegen mij. Ik kon dit ook merken aan haar houding. Ik begrijp dat ik mijn dochter [slachtoffer 1] heb ontmaagd. Hiermee bedoel ik dat ik de eerste man was die met haar gemeenschap had. Ik kan mij nog herinneren dat toen ik de eerste keer met haar gemeenschap had zij schreeuwde. Volgens mij had zij veel pijn. Zij was toen volgens mij ongeveer 9 jaar. Als ik met haar neukte kwam het regelmatig voor dat ik klaar kwam. Ik kreeg dan een zaadlozing in de condoom die ik gebruikte tijdens de gemeenschap.
De sexuele handelingen en de gemeenschap zijn begonnen toen [slachtoffer 1] ongeveer 9 jaar oud was. Dit is gestopt toen zij ongeveer 16 jaar oud was. Het is allemaal gebeurd in mijn woning aan de [a-straat] in [plaats]. Als [slachtoffer 1] het weekend bij mij was aan de [a-straat] dan misbruikte ik haar. Zij kwam niet ieder weekend bij mij, maar als zij bij mij was dan gebeurde het. Ik was altijd alleen met haar in de woning. Als ik iets zei tegen haar dan deed zij dit gelijk. Ik denk wel dat zij bang voor mij was.
U vraagt of ik haar handen heb vast gehouden tijdens de gemeenschap met haar. Dit heb ik echter nooit gedaan omdat dit (niet) hoefde. Zij deed altijd gelijk wat ik tegen haar zei. Zij was bang voor mij omdat ik haar sloeg. Ik heb haar weleens geslagen voordat ik met haar gemeenschap (had). Ik sloeg met mijn handen. Ook als ik wel eens ruzie met haar had dan sloeg ik haar.
U toont mij een kopie van een brief van de schoolarts waarin staat (dat) het vermoeden was dat mijn zoon [slachtoffer 2] mijn dochter [slachtoffer 1] zou misbruiken. Ik heb deze brief nooit gezien. Ik weet ook (van) het bestaan daarvan niet af. Ik weet wel dat de Stichting Jeugdzorg een onderzoek heeft gedaan hierna. Ik heb [slachtoffer 2] daar toen over aangesproken. Hij ontkende dit. Ik ging ervan uit dat hij de waarheid sprak. Ik geloofde echter [slachtoffer 1]. [Slachtoffer 1] zei dat dit wel zo was. Ik heb er echter geen werk van gemaakt. Ik heb [slachtoffer 1] niet met anderen daarover laten praten. Ik heb dit niet gedaan omdat ik bang was. Het zou dan best eens kunnen dat [slachtoffer 1] zou gaan vertellen dat ik haar ook misbruikte. Ik moest dit voorkomen.
Ik schaam mij heel erg voor wat ik allemaal [slachtoffer 1] heb aangedaan. Ik begrijp dat ik ontzettend fout ben geweest. Ik ben een slechte vader voor [slachtoffer 1] geweest. De dingen die ik met haar heb gedaan doe je niet met je eigen kind. Ik begrijp dat zoiets niet hoort.'
23. Bij de rechter-commissaris heeft aanvrager op 4 september 2000 eveneens een bekennende verklaring afgelegd. In het proces-verbaal is dit als volgt opgenomen:
'Ik beken. Ik heb in mijn woning aan de [a-straat] te [plaats] mijn dochter [slachtoffer 1] meer malen seksueel misbruikt. Dat begon toen zijn 9 jaar was en dat is geëindigd toen zij 2 weken na het overlijden van mijn moeder in juni 1999 uit huis geplaatst werd. Ik heb haar in die periode gevingerd, gebeft, haar mij laten pijpen en gemeenschap met haar gehad. Ik heb ook haar borsten betast en gestreeld en in haar borsten geknepen. Het was mij bekend dat zij dit niet wilde; ik kon dat aan haar zien. Ik wist dat [slachtoffer 1] bang voor mij was omdat ik haar wel eens slagen gaf.
Ik vind het moeilijk om hierover te praten en ik hoor u zeggen dat u het daarom bij deze korte samenvatting over de feiten zult laten.'
24. Bij het verhoor door de rechter-commissaris is mr. A.C. Bosch als advocaat van verdachte aanwezig geweest. De raadsman refereert zich met betrekking tot de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling, aldus het proces-verbaal.
25. Met betrekking tot het seksueel misbruik van zijn zoon, heeft aanvrager twee maal een verklaring afgelegd. De eerste is opgenomen in het proces-verbaal van het politieverhoor dat op 17 januari 2001 heeft plaatsgevonden. Hetgeen aanvrager heeft verklaard, is daarin als volgt weergegeven:
'Ik weet dat ik geen antwoord hoef te geven. Ik begrijp van u dat mijn advocaat op de hoogte is gesteld van dit verhoor. (...)
U vraagt mij hoe ik er nu tegenover staat. Ik heb mijn eerder afgelegde verklaringen bij u, inmiddels ingetrokken. Ik heb het recht om mijn eerdere verklaringen in te trekken. Dit is niet tegen de wet. Ik wil geen 5 of 6 jaar zitten. Ik wil u zeggen dat [slachtoffer 1] niet heeft gelogen en ik in mijn eerdere verklaringen ook niet. Ik ben gewoon bang om lang te moeten zitten.
U vertelt mij dat u met mijn zoon [slachtoffer 2] heeft gesproken.
U vertelt mij dat [slachtoffer 2] aangifte heeft gedaan van sexueel misbruik van [slachtoffer 2] door mij.
Ik wil u vertellen dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] geen leugenaars zijn. Ik heb er vaak over nagedacht wat ik [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heb aangedaan. Ik vind het heel moeilijk. Ik wil eerst mijn advocaat spreken voor ik verder praat.
Maar ik begrijp van u dat u mijn advocaat heeft gebeld en dat deze niet is verschenen.
U vraagt aan mij of ik [slachtoffer 2] sexueel heb misbruikt. Ik vind het heel moeilijk om te zeggen en ik schaam mij heel erg hiervoor. Maar het klopt dat ik [slachtoffer 2] heb misbruikt. Ik wil daar verder niet op ingaan want ik schaam mij en ik durf dit niet te vertellen. Ik zou er wel over willen praten met een psychiater maar ik weet niet of ik dit kan. U vraagt hoe oud [slachtoffer 2] was toen het gebeurde. Ik weet dit niet precies maar het gebeurde in mijn woning aan de [a-straat 1] te [plaats].
U vraagt mij hoe lang het sexueel misbruik heeft geduurd. Ik weet dit niet onder woorden te brengen maar het is meerdere keren gebeurd.
Ik weet ook niet wanneer het sexueel misbruik plaatsvond. het was in ieder geval als [slachtoffer 2] bij mij thuis was. Er was dan verder niemand in de woning.'
26. Later dezelfde dag heeft aanvrager volgens het van het verhoor opgemaakte proces-verbaal als volgt verklaard:
'Ik begrijp dat u nog enkele vragen heeft. Ik weet mijn rechten maar ik zal eerlijk antwoord geven op uw vragen. Ik kan heel moeilijk verklaren over het misbruik van mijn zoon [slachtoffer 2] door mij. U vertelt mij dat u mij enkele vragen zal stellen over het misbruik van mijn zoon [slachtoffer 2] door mij en dat ik daar enkel Ja of Nee op zal antwoorden.
U vraagt mij of het misbruik is begonnen toen [slachtoffer 2] twaalf jaar oud was. Dit is juist. U vraagt mij of het misbruik tot ongeveer zijn vijftiende jaar heeft geduurd. Dit is ook juist. U vraagt mij of het gebeurd is in mijn woning en doordeweeks is gebeurd. Dit is juist. U vraagt mij waar [slachtoffer 2] sliep. [Slachtoffer 2] sliep bij mij in bed. Ik moest hem in de gaten houden omdat hij rare dingen deed, zoals de televisie aanzetten. koffie zetten of de stereo aanzetten. U vraagt mij wat ik en [slachtoffer 2] droegen als hij bij mij in bed sliep. [Slachtoffer 2] en ik droegen allebei onze onderbroek, verder niets. U vraagt mij of [slachtoffer 2] wel eens zijn onderbroek uit had. Dit is juist. U vraagt mij of [slachtoffer 2] bang voor mij was. Ik weet dit niet, ik heb nooit aan hem gemerkt of gevraagd. U vraagt mij of ik [slachtoffer 2] wel eens sloeg. Ik sloeg hem als hij vervelend was. U vraagt mij of ik [slachtoffer 2] terwijl hij bij mij in bed lag terwijl hij bloot was aanraakte. Dit is juist. U vraagt mij of ik wel eens aan zijn stijf geslachtsdeel zat. Dit is juist. U vraagt mij of ik dan zijn stijf geslachtsdeel aftrok. Dit is juist. U vraagt mij of hij mijn geslachtsdeel ook heeft afgetrokken. Dit is niet juist. U vraagt mij of ik mijn geslachtsdeel bij [slachtoffer 2] in zijn kont heb gestoken. Dit is niet juist. Ik weet niet waarom [slachtoffer 2] dit heeft verklaard. U vraagt mij of ik wel eens met [slachtoffer 2] naakt onder de douche heb gestaan, terwijl ik hem waste. Dit is juist. U vraagt mij of ik [slachtoffer 2] vaak sloeg. Ik sloeg hem alleen als hij dit verdiende. Ik sloeg hem alleen op zijn kont. U vraagt mij of ik hem wel eens een bloedneus of een blauw oog heb geslagen. Dit is niet juist. Dit heb ik volgens mij nooit gedaan, althans ik kan mij niet meer herinneren. Het kan best zo zijn dat ik wel eens te ver ben gegaan met slaan, maar dit kan ik mij niet herinneren. (...)
U vraagt mij wanneer ik stopte als ik [slachtoffer 2] aftrok. U vertelt mij dat [slachtoffer 2] heeft verteld dat ik stopte als er wit spul uit zijn geslachtsdeel kwam. Dit is juist. Ik stopte met aftrekken als er sperma uit zijn geslachtsdeel kwam. Als [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij mijn geslachtsdeel heeft afgetrokken en dat ik bij hem sexueel binnen gedrongen, is dit [de Hoge Raad leest: niet] waar. Dit is nooit gebeurd. Waarom [slachtoffer 2] dit heeft verklaard, weet ik niet. U vraagt mij of ik wel eens bloot op hem gelegen. Dit is niet waar. Dit is nooit gebeurd.
Ik begrijp dat ik volkomen verkeerd heb gehandeld. Ik weet dat ik strafbaar ben door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] sexueel te misbruiken. Ik had dit nooit moeten doen. Ik heb daar nu spijt van. Ik begrijp dat het niet goed met mij is. Ik wil graag behandeling hebben voor hetgeen dat ik bij mijn kinderen heb gedaan op sexueel verkeerd. Ik weet dat de schuld bij mij ligt en dat mijn kinderen hieraan geen schuld hebben. Ik had beter moeten weten als vader.'
27. Ter terechtzitting van de Rechtbank van 13 februari 2001 heeft aanvrager uitvoerig verklaard over het seksuele misbruik van zijn dochter en zijn zoon. Ik geef hier het voor de beoordeling van de aanvrage relevante deel van die verklaring weer:
'Toen wij nog op de [b-straat] bij mijn ouders woonden is er niets gebeurd met [slachtoffer 1]. Dat was pas op de [a-straat]. Ze was toen ongeveer 6 jaar. Eerst was het alleen betasten, later gemeenschap. Dat klopt wel. Ik vind het moeilijk daarover te praten. Ik betastte haar op plaatsen die met sex te maken hebben, borsten, vagina, vingeren, van binnen en van buiten. Het is begonnen toen ze 6 à 7 jaar was. Zoenen niet, dat gebeurde niet. Het klopt dat ik haar op haar borsten en vagina heb gezoend. Ik ga niet praten over wat zij bij mij deed. Het klopt niet dat ze mijn penis moest vastpakken en op en neer bewegen. Ik sloeg haar wel en ze zal wel bang voor me geweest zijn. Ik weet niet waarom ze zegt dat zij die dingen moest doen. (...) Ik heb nooit gemeenschap met [slachtoffer 1] gehad en weet ook niet waarom ze spreekt over het veilig doen. (...)
U houdt mij de tweede verklaring van [slachtoffer 1] uit december 1999 voor. (...) Wat [slachtoffer 1] verklaart kan ik me niet herinneren. Het klopt wel wat ze zegt over vingers in de vagina. Ik ben niet met mijn penis in haar vagina gegaan. Ik heb niet op haar gelegen, niet naast haar en heb niet in en uit haar bewogen. Ik heb dat niet gedaan. Ik ben niet klaargekomen. Ze hoefde niet aan mijn penis te zitten. Ik heb niet mijn penis in haar mond gedaan. Beffen heb ik niet gedaan. Het klopt wel dat ik met mijn tong in haar vagina ging.
U houdt mij de verklaring van [slachtoffer 1] uit september 2000 voor (...). Ik heb nooit als man en vrouw gemeenschap met [slachtoffer 1] gehad. Aftrekken klopt ook niet, maar de rest wel. Ik weet niet waarom het is gebeurd. (...)
Ik wist dat [slachtoffer 1] bang was en dat ze niet wilde wat ik deed. Ik weet niet waarom ik gezegd heb dat ze mij pijpte. Dat klopt niet. U vraagt mij, of ik het zo erg vind, dat ik het niet meer wil weten. Dat is niet zo. Het is gewoon niet gebeurd. Ik weet dat ik het wel gezegd heb, maar ik weet niet waarom. Ik heb haar niet ontmaagd. Ik ben gestopt omdat ik zag dat ik verkeerd bezig was, niet omdat [slachtoffer 1] wegging. Dat was toen mijn moeder begraven werd. Ik zat in Zuid-Duitsland toen [slachtoffer 1] wegging. Mijn vader belde mij daarover en ik was verbaasd. (...)
Ik heb [slachtoffer 2] niet afgetrokken en hij mij ook niet. Ik weet niet waarom hij dat zegt. Ik ben nooit van achteren bij hem binnengedrongen. Ik heb geen sex met hem gehad. Ik heb hem wel afgetrokken maar hij mij niet. Ik ben niet met mijn penis bij hem binnen geweest. Dat is nooit gebeurd. Ik kan me voorstellen hoe hij zich voelde. Ik denk dat ik verkeerd bezig ben geweest.'."