ECLI:NL:HR:2009:BI4705

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04460 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis inzake valsheid in geschrift en opzettelijk verzwijgen van gegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 september 2009 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank te Dordrecht, dat op 12 maart 2002 was uitgesproken. De aanvrager, geboren in 1949, was eerder veroordeeld voor valsheid in geschrift en voor het opzettelijk verzwijgen van gegevens in het kader van de Algemene Arbeidsongeschiktheidwet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Rechtbank had de aanvrager een werkstraf van 240 uren opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren, onder bijzondere voorwaarden. De aanvrage tot herziening had uitsluitend betrekking op het tweede tenlastegelegde feit, namelijk het opzettelijk verzwijgen van gegevens.

De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de aanvrage tot herziening ongegrond is. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en geoordeeld dat de aanvrage moet worden afgewezen. De gronden voor dit oordeel zijn te vinden in de conclusie van de Advocaat-Generaal. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing benadrukt dat de aanvrage niet voldoende onderbouwd was om tot herziening van het eerdere vonnis over te gaan.

De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

1 september 2009
Strafkamer
nr. 08/04460 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank te Dordrecht van 12 maart 2002, nummer 11/020115-01, ingediend door mr. R. Zwiers, advocaat te Schiedam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Rechtbank heeft de aanvrager ter zake van 1. "valsheid in geschrift, meermalen gepleegd", en 2. "als degene die krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidwet gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken opzettelijk iets verzwijgen, meermalen gepleegd" en "als degene die krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken opzettelijk iets verzwijgen, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, alsmede tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarde als in het vonnis omschreven.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De aanvrage heeft kennelijk uitsluitend betrekking op het onder 2 tenlastegelegde.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage ongegrond zal verklaren.
4. Beoordeling van de aanvrage
De aanvrage is ongegrond. De Hoge Raad verwijst voor de gronden waarop dat oordeel berust naar de conclusie van de Advocaat-Generaal. Ingevolge art. 468 Sv moet de aanvrage derhalve worden afgewezen.
5. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvrage tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 1 september 2009.