ECLI:NL:HR:2009:BI4425
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 28 juni 2007 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1981, had beroep ingesteld tegen het arrest van het hof. De verdediging werd gevoerd door mr. H. Polat en mr. A.M.C. Verheul, beiden advocaat te Lelystad, die middelen van cassatie hebben voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 7 juli 2009 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2009:BI4425 en is te vinden op rechtspraak.nl.