ECLI:NL:HR:2009:BI4205

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11097
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en bedongen onderhoudsverplichting als tegenprestatie

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, zijn Impala Auto's B.V. en een tweede eiser in cassatie betrokken. De eisers hebben in kort geding een vordering ingesteld tegen de verweerders, die hen hebben gedagvaard om percelen te ontruimen. De voorzieningenrechter heeft op 13 maart 2007 de vordering toegewezen, waarna de eisers in hoger beroep zijn gegaan bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 22 juni 2007 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Hierop hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van de verweerders. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is openbaar uitgesproken op 10 juli 2009.

Uitspraak

10 juli 2009
Eerste Kamer
07/11097
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. IMPALA AUTO'S B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.P. van den Berg,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerder 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Impala c.s. en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerder] c.s. hebben bij exploot van 8 maart 2007 Impala c.s. in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage en gevorderd, kort gezegd, Impala c.s. op straffe van een dwangsom te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het vonnis van de voorzieningenrechter de in de inleidende dagvaarding genoemde percelen geheel te ontruimen en te verlaten en ontruimd te houden.
Impala c.s. hebben de vordering bestreden.
De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 13 maart 2007 de vordering toegewezen.
Tegen dit vonnis hebben Impala c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 22 juni 2007 heeft het hof het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Impala c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor Impala c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Impala c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 juli 2009.