ECLI:NL:HR:2009:BI4073
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de uitspraak door verzuim in beslissing op getuigenverzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1977 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd, had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof. De raadsman van de verdachte had verzocht om het horen van getuigen, waaronder [betrokkene 1], die mogelijk door een kogel was geraakt tijdens een schietincident in een café op 28 oktober 2006. Het Hof heeft echter verzuimd om een beslissing te nemen op dit verzoek, wat in strijd is met de vereisten van de wet. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad oordeelde dat het verzuim van het Hof om te beslissen op het getuigenverzoek leidt tot nietigheid van de uitspraak, zoals bepaald in de artikelen 330 en 415 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van getuigenverzoeken in strafzaken en de gevolgen van het niet voldoen aan wettelijke vereisten.