ECLI:NL:HR:2009:BI3875
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtmatigheid van binnentreden in woning op basis van anonieme melding en mutatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1955 en wonende te [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak van het Hof, waarin werd geoordeeld dat de politie rechtmatig de woning van de verdachte was binnengetreden op basis van een anonieme melding via Meld Misdaad Anoniem. De verdediging stelde dat deze melding geen redelijk vermoeden van schuld kon opleveren en dat de machtiging tot binnentreden op onrechtmatige gronden was verleend, wat zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting en vrijspraak.
Het Hof had geoordeeld dat de Hulpofficier van Justitie bekend was met de inhoud van een eerdere mutatie die niet bij het proces-verbaal was gevoegd, en dat op basis van deze informatie samen met de anonieme melding redelijkerwijs kon worden vermoed dat er een overtreding van de Opiumwet plaatsvond in de woning van de verdachte. De Hoge Raad oordeelde echter dat het oordeel van het Hof niet begrijpelijk was zonder nadere motivering, aangezien de mededeling dat de mutatie abusievelijk niet was toegevoegd aan het proces-verbaal onvoldoende was om te concluderen dat de Hulpofficier van Justitie daarmee bekend was.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht op het bestaande hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij het vaststellen van de rechtmatigheid van binnentreden door opsporingsambtenaren, vooral wanneer dit is gebaseerd op anonieme meldingen en eerdere mutaties.