ECLI:NL:HR:2009:BI3862
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met dodelijke afloop en zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 10 juni 2006 te Creil, gemeente Noordoostpolder, waarbij een kind in een kinderwagen om het leven kwam en een ander kind zwaar lichamelijk letsel opliep. De verdachte en zijn medeverdachte, beiden bestuurders van een motorrijtuig, hebben tezamen en in vereniging gereden en zijn op een onvoorzichtige en onoplettende wijze met hoge snelheid opgetrokken. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte, ondanks de zichtbaarheid van de voetgangers, zeer dicht achter elkaar zijn blijven rijden en hun rijgedrag wederzijds op elkaar hebben afgestemd. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij het Hof de bewezenverklaring heeft gemotiveerd door te verwijzen naar de verklaringen van de verdachte, de medeverdachte en de objectieve gegevens van de aanrijding. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring voldoende is gemotiveerd en dat de feiten door de verdachten tezamen en in vereniging zijn gepleegd, ook al is slechts één van hen daadwerkelijk met de slachtoffers in botsing gekomen. De uitspraak van het Hof is bevestigd, en de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het culpoos veroorzaken van een ernstig verkeersongeval.