ECLI:NL:HR:2009:BI2040

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01832
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie na scheiding tussen voormalige echtelieden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van de kinderalimentatie. De moeder heeft op 28 augustus 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Arnhem, waarin zij verzocht om de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun twee minderjarige kinderen te wijzigen. De moeder vroeg om de alimentatie vast te stellen op € 250,-- per kind per maand, met ingang van 1 september 2006. De vader heeft dit verzoek bestreden.

De rechtbank heeft na mondelinge behandeling en op basis van een tussenbeschikking van 2 januari 2007, waarin de vader werd opgedragen om gegevens over zijn inkomen te overleggen, bij eindbeschikking van 29 mei 2007 bepaald dat de vader € 70,-- per kind per maand aan de moeder moet betalen, met ingang van 1 september 2006. Het meer of anders verzochte werd afgewezen. De moeder ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem.

Het hof heeft op 29 januari 2008 de eindbeschikking van de rechtbank vernietigd en opnieuw beslist. Het hof wees het verzoek van de moeder tot wijziging van de alimentatie over de periode van 1 september 2006 tot 1 november 2006 af, maar bepaalde dat de vader vanaf 1 november 2006 tot 1 januari 2007 € 70,-- per kind per maand moet betalen, en vanaf 1 januari 2007 tot 1 september 2007 € 230,-- per kind per maand, en vanaf 1 september 2007 € 190,-- per kind per maand. Ook het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft de vader cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken op 10 juli 2009.

Uitspraak

10 juli 2009
Eerste Kamer
08/01832
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en de moeder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 28 augustus 2006 ter griffie van de rechtbank Arnhem ingediend verzoekschrift heeft de moeder zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, onder wijziging van de beschikking van 18 oktober 2004 de door de vader aan haar te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de twee minderjarige kinderen van partijen met ingang van 1 september 2006 nader vast te stellen op € 250,-- per kind per maand.
De vader heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft, na mondelinge behandeling en na de vader bij tussenbeschikking van 2 januari 2007 te hebben opgedragen gegevens omtrent zijn inkomen te overleggen, bij eindbeschikking van 29 mei 2007 bepaald dat de vader voor de verzorging en opvoeding van de kinderen aan de moeder zal betalen een bedrag van € 70,-- per kind per maand, en wel met ingang van 1 september 2006. Voorts heeft de rechtbank het meer of anders verzochte afgewezen.
Tegen de eindbeschikking heeft de moeder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij beschikking van 29 januari 2008 de eindbeschikking van de rechtbank vernietigd en, opnieuw beschikkende, het verzoek van de moeder tot wijziging van de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen over de periode van 1 september 2006 tot 1 november 2006 alsnog afgewezen en bepaald dat de vader aan de moeder zal betalen:
- met ingang van 1 november 2006 tot 1 januari 2007 een bedrag van € 70,-- per kind per maand;
- met ingang van 1 januari 2007 tot 1 september 2007 een bedrag van € 230,-- per kind per maand;
- met ingang van 1 september 2007 een bedrag van € 190,-- per kind per maand.
Voorts heeft het hof het meer of anders verzochte afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De moeder heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 juli 2009.