ECLI:NL:HR:2009:BI1980
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Afronding van verschuldigde bedragen aan omzetbelasting tot op de eurocent volgens de rekenkundige methode
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van de fiscale eenheid Koninklijke Ahold N.V. c.s. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de vraag of het toegestaan is om bedragen aan omzetbelasting af te ronden tot op de eurocent volgens de rekenkundige methode. Dit arrest volgt op een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waarin werd vastgesteld dat lidstaten de regels voor afronding van belastingbedragen zelf mogen bepalen, mits zij de beginselen van fiscale neutraliteit en evenredigheid respecteren.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen de rekenkundige afrondingsmethode besproken, waarbij cijfers worden afgerond op basis van de laatste cijfers van een getal. De Raad concludeert dat deze methode een kleinere onnauwkeurigheidsmarge heeft dan de door belanghebbende voorgestane methode. De belanghebbende heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die zouden rechtvaardigen dat de door hen voorgestelde afrondingsmethode meer recht doet aan de beginselen van fiscale neutraliteit of evenredigheid.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en de raadsheren.