ECLI:NL:HR:2009:BI1412

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00461
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 24 mei 2007 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1967 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats. Het beroep is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.S. Nan uit Haarlem. De advocaat heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat inhoudt dat hij van mening is dat het cassatieberoep niet gegrond is.

Uitspraak

26 mei 2009
Strafkamer
nr. 08/00461
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 mei 2007, nummer 20/003716-04, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.S. Nan, advocaat te Haarlem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 26 mei 2009.