ECLI:NL:HR:2009:BI1147
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van een vordering tot betaling en de beoordeling van bewijsoordelen
In deze zaak heeft Distrupol B.V. (eiseres tot cassatie) Flex Moulding B.V. (verweerster in cassatie) gedagvaard voor de rechtbank 's-Hertogenbosch. Distrupol vorderde een bedrag van € 33.468,75, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en expertisekosten. Flex Moulding heeft de vordering bestreden en in reconventie voorwaardelijk gevorderd dat Distrupol een bedrag van € 55.246,-- zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft na mondelinge behandeling en tussenvonnissen op 5 januari 2005 de vordering in conventie afgewezen en de vordering in reconventie niet verder besproken.
Distrupol heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 5 februari 2008 het eindvonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft Distrupol cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaten van beide partijen de zaak hebben toegelicht. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 26 juni 2009 het beroep verworpen en Distrupol veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 1076,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.