ECLI:NL:HR:2009:BI1130
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en informatieverstrekking door gemeente met betrekking tot bestemmingsplan
In deze zaak heeft [eiser] de Gemeente Voorst gedagvaard voor de rechtbank Zutphen, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld tot betaling van een schadevergoeding van in totaal € 152.488,14, subsidiair € 113.888,76, en meer subsidiair een door de rechtbank te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen zijn door de Gemeente bestreden. De rechtbank heeft na een comparitie van partijen op 16 maart 2005 de vorderingen afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 17 juli 2007 het eindvonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 3.806,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 12 juni 2009 door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.