ECLI:NL:HR:2009:BI1126
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsrecht en betwisting van ondertekening van een onderhandse akte
In deze zaak heeft Friesland Direct B.V. op 7 december 2004 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam, met de eis om een bedrag van € 6.510,-- te betalen, vermeerderd met rente en kosten. [Verweerder] heeft de vordering bestreden en een vordering in reconventie ingesteld. De rechtbank heeft na een comparitie van partijen op 27 april 2005 de vordering in conventie toegewezen en de vordering in reconventie afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 12 oktober 2007 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vordering van Friesland Direct heeft afgewezen. Friesland Direct heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Friesland Direct veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 477,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2009 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, en A. Hammerstein.