ECLI:NL:HR:2009:BI0656

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13361
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verdeling van nalatenschap en misbruik van recht

In deze zaak gaat het om een geschil over de verdeling van de nalatenschap van [betrokkene 1]. [Eiseres 1] en [Eiser 2] hebben [Verweerster 1], [Verweerster 2], [Verweerder 3] en [Verweerster 4] gedagvaard voor de rechtbank Haarlem. De eisers vorderden onder andere een bedrag van € 286.805,45 te voldoen aan de verweerders, alsook de verklaring voor recht dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan misbruik van recht. De rechtbank heeft op 6 juli 2005 in conventie de vordering afgewezen en in reconventie de verdeling van de nalatenschap vastgesteld. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 23 augustus 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigd en de eisers veroordeeld tot storting van een bedrag van € 182.750,90 op een door de notaris van [betrokkene 1] te openen 'erven rekening'. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft op 10 april 2009 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 1207,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en openbaar uitgesproken door E.J. Numann.

Uitspraak

10 april 2009
Eerste Kamer
07/13361
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
2. [Eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.W. Bogaardt,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [Verweerster 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerder] c.s. hebben bij exploot van 2 januari 2003 [eiser] c.s. gedagvaard voor de rechtbank Haarlem en na wijziging van eis gevorderd, kort gezegd:
1. primair: dat [eiser] c.s. bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis worden veroordeeld een bedrag van € 286.805,45 aan [verweerder] c.s. te voldoen dan wel te storten op een nader te openen zogenaamde erven rekening, opdat vervolgens de gelden uit de nalatenschap over de erven kunnen worden verdeeld,
subsidiair: dat [eiser] c.s. bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis worden veroordeeld tot vergoeding van alle door wijlen [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) geleden schade, welke schade begroot wordt op een bedrag gelijk aan het verdwenen kapitaal, ter hoogte van € 286.805,45;
2. dat bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis wordt verklaard voor recht dat [eiser] c.s. zich hebben schuldig gemaakt aan misbruik van recht en dat dientengevolge [betrokkene 1] [eiseres 1] tot enig erfgenaam heeft benoemd en dat daardoor ten onrechte door [betrokkene 1] schenkingen zijn gedaan, inhoudende het kwijtschelden van alle hypothecaire schulden en betaling van alle schenkingsrechten;
3. dat alle beschikkingen zoals vermeld in bovengenoemd testament bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis nietig worden verklaard;
4. met veroordeling van [eiser] c.s. in de kosten van de procedure in conventie.
[Eiser] c.s. hebben de vordering bestreden en, in reconventie, na wijziging van eis gevorderd, kort gezegd:
1. verdeling van de nalatenschap van [betrokkene 1], aldus dat aan eiseres in reconventie sub 1 wordt toebedeeld:
primair: televisietoestel-Philips, eenpersoonsbed behorend bij bed slaapkamer, eenpersoonsbed (slaapkamer), Engels theeservies, wasmachine Zanussi, alsmede het haar toekomende resterende erfdeel van € 3.749,80;
subsidiair: het haar toekomende erfdeel ten bedrage van € 4.044,80;
meer subsidiair: een door de rechtbank vast te stellen bedrag.
2. dat [verweerder] c.s. worden bevolen om de aan eiseres in reconventie sub 1 toebedeelde goederen af te geven binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,-- ten laste van ieder van gedaagden in reconventie, per dag of dagdeel dat afgifte niet zal hebben plaatsgevonden binnen voornoemde termijn;
3. dat [verweerder] c.s. worden veroordeeld de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] met aanhorigheden met alle zich daarin vanwege [verweerder] c.s. bevindende personen en zaken te ontruimen en te verlaten en onder voergave der sleutels en hetgeen daartoe verder behoort, ter vrije en algehele beschikking van [eiser] c.s. te stellen, met machtiging van [eiser] c.s. die ontruiming zonodig zelf te doen bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
4. opheffing van het beslag op het huis aan de [a-straat 1] te [plaats] en de mogelijke opbrengst uit verkoop van dat huis dat daarvan in de plaats treedt, met veroordeling van [verweerder] c.s. om het beslag door te halen binnen een termijn van drie dagen na betekening van dit vonnis, of een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,--, of een ander redelijk bedrag, voor elke dag dat zij daarmee in gebreke blijven;
5. met veroordeling van [verweerder] c.s. in de kosten van de procedure in reconventie.
In voorwaardelijke reconventie hebben [eiser] c.s. gevorderd dat de beschikkingen in het testament van [betrokkene 1] van 21 december 2000 bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis worden vernietigd.
De rechtbank heeft bij vonnis van 6 juli 2005 in conventie de vordering afgewezen en in reconventie de verdeling van de nalatenschap van [betrokkene 1] vastgesteld aldus dat aan [eiseres 1] wordt toebedeeld het Philips televisietoestel, het eenpersoonsbed (slaapkamer) en het daarbij behorende eenpersoonsbed, het Engels theeservies, de Zanussi wasmachine, alsmede het aan haar toekomende resterend erfdeel van € 3.749,80, dat het restant van de nalatenschap wordt toebedeeld aan [verweerder] c.s., ieder voor een gelijk deel en [verweerder] c.s. bevolen de vermelde goederen af te geven op straffe van verbeurte van een dwangsom en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [verweerder] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 23 augustus 2007 heeft het hof, na een wijziging van eis, het in conventie gewezen vonnis van de rechtbank vernietigd en, opnieuw rechtdoende, [eiser] c.s. veroordeeld tot storting van een bedrag van € 182.750,90 op een door de notaris van [betrokkene 1] te openen "erven rekening", opdat gelden uit de nalatenschap van [betrokkene 1] over de erven kunnen worden verdeeld en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 1207,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 april 2009.