ECLI:NL:HR:2009:BI0464
Hoge Raad
- Cassatie
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over achterstallig loon en procesgang in arbeidsrechtelijke geschil
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] en [verweerder] over de uitbetaling van achterstallig loon. [Verweerder] heeft op 21 februari 2002 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij hij een bedrag van € 86.218,24 bruto en € 24.303,55 bruto aan achterstallig loon eiste, met rente en kosten. De rechtbank heeft de zaak op 24 juli 2002 naar de kantonrechter te Amsterdam verwezen. Na verschillende tussenvonnissen, waaronder van 4 oktober 2002, 21 februari 2003, 6 juni 2003 en 6 februari 2004, heeft de kantonrechter op 21 januari 2005 de vorderingen van [verweerder] afgewezen.
[Verweerder] heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 10 mei 2007 het hoger beroep van [verweerder] tegen de vonnissen van 21 februari 2003 en 6 juni 2003 niet-ontvankelijk verklaard, het vonnis van 6 februari 2004 bekrachtigd en het vonnis van 21 januari 2005 vernietigd. Het hof heeft de vordering van [verweerder] alsnog toegewezen. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 1.207,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 12 juni 2009 door de raadsheren O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.