ECLI:NL:HR:2009:BI0388

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/05259
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen slotuitdelingslijst en vereenvoudigde afwikkeling in faillissementsrecht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een eindbeschikking van de rechtbank Alkmaar, waarin het verzet van schuldeisers tegen de slotuitdelingslijst in het faillissement van [betrokkene 1] ongegrond werd verklaard. [Betrokkene 1] was op eigen aangifte op 12 februari 2004 in staat van faillissement verklaard. Op 6 februari 2008 dienden de schuldeisers en [betrokkene 2] een verzetschrift in tegen de gedeponeerde slotuitdelingslijst en de vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement. De rechtbank heeft na mondelinge behandeling op 18 maart 2008 de beslissing op het verzet aangehouden om de curator en de rechter-commissaris om rapportages te vragen. Na ontvangst van deze rapportages heeft de rechtbank op 11 december 2008 het verzet van de schuldeisers ongegrond verklaard en [betrokkene 2] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet. De eindbeschikking van de rechtbank is aan de Hoge Raad voorgelegd door de schuldeisers, die in cassatie gingen. De curator verzocht om het beroep te verwerpen. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de schuldeisers heeft op 17 april 2009 schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden, aangezien zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 26 juni 2009.

Uitspraak

26 juni 2009
Eerste Kamer
08/05259
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoekster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Verzoeker 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Verzoeker 3],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
mr. S.F. Coelingh Bennink, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [betrokkene 1],
kantoorhoudende te Alkmaar,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.I. van Vlijmen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de schuldeisers en de curator.
1. Het geding in feitelijke instantie
Bij beschikking van 12 februari 2004 van de rechtbank Alkmaar is [betrokkene 1] op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard.
Met een op 6 februari 2008 ter griffie van de rechtbank Alkmaar ingediend verzetschrift hebben de schuldeisers en [betrokkene 2] zich verzet tegen de gedeponeerde slotuitdelingslijst in het faillissement en tegen de vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement.
De rechtbank heeft, na mondelinge behandeling, bij tussenbeschikking van 18 maart 2008 de beslissing op het verzet aangehouden, teneinde de curator een verslag te laten uitbrengen en de rechter-commissaris een schriftelijk rapport te laten uitbrengen als bedoeld in artikel 185, tweede lid, Faillissementswet.
Na ontvangst van het verslag van de curator en het schriftelijk rapport van de rechter-commissaris en na mondelinge behandeling, heeft de rechtbank bij eindbeschikking van 11 december 2008 het verzet van de schuldeisers ongegrond verklaard en [betrokkene 2] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet.
De eindbeschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de eindbeschikking van de rechtbank hebben de schuldeisers beroep in cassatie ingesteld. Het cassatie-rekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de schuldeisers heeft op 17 april 2009 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 juni 2009.