ECLI:NL:HR:2009:BI0256
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over openbaarheid van de behandeling en locus delicti
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 13 april 2007 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1974, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, heeft de zaak beoordeeld. De middelen die door de verdachte zijn ingediend, kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 7 april 2009, waarbij de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk aanwezig waren, evenals de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2009:BI0256 en is te vinden op rechtspraak.nl.