ECLI:NL:HR:2009:BI0071

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/12644
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en schadevergoeding in overeenkomstenrecht na wanprestatie

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Aannemersbedrijf De Combi Amsterdam B.V. en Restyling Inc. enerzijds en een verweerder anderzijds, die schadevergoeding vordert wegens wanprestatie. De zaak begon met een dagvaarding door de verweerder op 9 juli 1999, waarin hij De Combi en Restyling aansprakelijk stelde voor schade die hij had geleden als gevolg van hun werkzaamheden. De vorderingen omvatten onder andere een verklaring voor recht over de aansprakelijkheid, een veroordeling tot schadevergoeding, en betaling van een voorschot op de schadevergoeding. De rechtbank te Amsterdam heeft in een tussenvonnis van 12 januari 2000 een comparitie van partijen bevolen, en in een eindvonnis van 28 december 2005 zijn De Combi en Restyling hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.644,14 aan de verweerder.

Na het eindvonnis heeft de verweerder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 juli 2007 het vonnis heeft vernietigd en De Combi en Restyling opnieuw heeft veroordeeld tot schadevergoeding. Tegen dit arrest hebben De Combi en Restyling cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en De Combi en Restyling veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 26 juni 2009 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

26 juni 2009
Eerste Kamer
07/12644
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. AANNEMERSBEDRIJF DE COMBI AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
2. RESTYLING INC., handelende onder de naam B&R RESTYLING,
gevestigd te Delaware, Verenigde Staten,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J. Brandt,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als De Combi, Restyling en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerder] heeft bij exploot van 9 juli 1999 (voor zover in cassatie nog van belang:) De Combi en Restyling gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en na wijziging van eis gevorderd, kort gezegd:
(a) te verklaren voor recht dat De Combi en Restyling ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [verweerder] direct dan wel indirect heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de uitgevoerde werkzaamheden;
(b) De Combi en Restyling ieder hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding aan [verweerder] van de door hem geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van bedoelde schade;
(c) De Combi en Restyling ieder hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 202.390,56 als voorschot op de schadevergoeding als bedoeld onder (b), binnen 8 dagen na betekening van het vonnis;
(d) De Combi en Restyling ieder hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure.
De Combi en Restyling hebben de vorderingen bestreden.
Bij tussenvonnis van 12 januari 2000 heeft de rechtbank een comparitie van partijen bevolen, welke heeft plaatsgevonden op 15 februari 2000. Bij tussenvonnis van 5 september 2001 - dat is bekrachtigd bij arrest van 8 januari 2004 van het gerechtshof te Amsterdam - heeft de rechtbank [verweerder] toegelaten tot het bewijs van zijn stelling dat en in hoeverre de gestelde verzakking c.q. ontwrichting van de houten aanbouw is ontstaan als gevolg van de uitgevoerde werkzaamheden.
De rechtbank heeft bij eindvonnis van 28 december 2005 De Combi en Restyling hoofdelijk veroordeeld om aan [verweerder] te betalen een bedrag van € 5.644,14, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen het vonnis van 28 december 2005 heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De Combi en Restyling hebben ieder bij afzonderlijke memorie de grieven van [verweerder] bestreden en zelf incidentele grieven aangevoerd.
Bij arrest van 12 juli 2007 heeft het hof de incidentele beroepen van De Combi en Restyling verworpen en in het principaal appel het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigd en, opnieuw rechtdoende, De Combi en Restyling hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van de door [verweerder] geleden schade tengevolge van de door De Combi in augustus en september 1998 uitgevoerde werkzaamheden ter vernieuwing van de fundering van het pand aan de [a-straat 1] te [plaats], op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben De Combi en Restyling beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Combi en Restyling in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 juni 2009.