ECLI:NL:HR:2009:BI0071
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en schadevergoeding in overeenkomstenrecht na wanprestatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Aannemersbedrijf De Combi Amsterdam B.V. en Restyling Inc. enerzijds en een verweerder anderzijds, die schadevergoeding vordert wegens wanprestatie. De zaak begon met een dagvaarding door de verweerder op 9 juli 1999, waarin hij De Combi en Restyling aansprakelijk stelde voor schade die hij had geleden als gevolg van hun werkzaamheden. De vorderingen omvatten onder andere een verklaring voor recht over de aansprakelijkheid, een veroordeling tot schadevergoeding, en betaling van een voorschot op de schadevergoeding. De rechtbank te Amsterdam heeft in een tussenvonnis van 12 januari 2000 een comparitie van partijen bevolen, en in een eindvonnis van 28 december 2005 zijn De Combi en Restyling hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.644,14 aan de verweerder.
Na het eindvonnis heeft de verweerder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 juli 2007 het vonnis heeft vernietigd en De Combi en Restyling opnieuw heeft veroordeeld tot schadevergoeding. Tegen dit arrest hebben De Combi en Restyling cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en De Combi en Restyling veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 26 juni 2009 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein.