ECLI:NL:HR:2009:BI0067
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Uitleg van koopovereenkomst in cassatie
In deze zaak heeft [verweerder] op 12 december 2003 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage, met de eis om een bedrag van € 213.478,-- te betalen, vermeerderd met rente en kosten. [Eiser] heeft de vordering bestreden en een voorwaardelijke reconventionele vordering ingesteld. De rechtbank heeft op 26 januari 2005 in conventie de vordering van [verweerder] toegewezen en de reconventionele vordering van [eiser] afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 april 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd en de reconventionele vordering, voor zover in hoger beroep gewijzigd, heeft afgewezen.
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld, terwijl [verweerder] voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het principale beroep. De Hoge Raad heeft op 26 juni 2009 het principale beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 1.207,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat het incidentele beroep, dat onder de voorwaarde was ingesteld dat het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof zou leiden, geen behandeling behoeft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein, die als voorzitter optrad.