ECLI:NL:HR:2009:BH9288
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betaling van openstaande facturen en stelplicht in het civiele recht
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], het Recreatieschap IJSSELMONDE gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage. Eiser vorderde een betaling van € 9.893,--, vermeerderd met rente en kosten, op basis van openstaande facturen. Het Recreatieschap heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank op 14 september 2005 de vordering afwees. Eiser ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat na een tussenarrest van 10 juli 2007, waarbij eiser werd toegelaten tot bewijslevering, op 23 september 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit eindarrest van het hof. De Hoge Raad heeft in deze cassatieprocedure geoordeeld dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van het Recreatieschap zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 12 juni 2009 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en E.J. Numann.