ECLI:NL:HR:2009:BH9154
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betaling van openstaande facturen en de beoordeling van middelen
In deze zaak heeft [verweerder] op 16 maart 2004 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Almelo, met de eis om een bedrag van € 23.790,91 te betalen, vermeerderd met contractuele vertragingsrente. [Eiser] heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank, na een tussenvonnis op 12 mei 2004, bij eindvonnis van 15 september 2004 [eiser] heeft veroordeeld tot betaling van € 17.201,80, vermeerderd met wettelijke rente over € 16.421,80. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft na twee tussenarresten op 18 juli 2006 en 13 maart 2007, bij eindarrest van 12 juni 2007, het vonnis van de rechtbank vernietigd en [eiser] veroordeeld tot betaling van € 5.684,45, met wettelijke rente vanaf 16 maart 2004.
Tegen de arresten van het hof heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij [verweerder] verstek heeft laten verlenen. De advocaat van [eiser] heeft de zaak toegelicht en gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van [verweerder]. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.