ECLI:NL:HR:2009:BH9027
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Bestorming van het ADO-home door Ajax-supporters en de gevolgen voor de benadeelde partijen
In deze zaak gaat het om de bestorming van het supportershome van ADO Den Haag door Ajax-supporters op 10 februari 2006. De verdachte, geboren in 1983, werd beschuldigd van openlijk geweld in vereniging, waarbij hij met een honkbalknuppel en andere voorwerpen meerdere slachtoffers heeft geslagen. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan verschillende personen, alsook het openlijk geweld tegen goederen, zoals het supportershome zelf. Het Hof heeft de tenlastelegging zo opgevat dat het geweld ook gericht was tegen personen die niet daadwerkelijk zijn geslagen, maar die deel uitmaakten van de groep die werd aangevallen. De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van de tenlastelegging door het Hof niet onverenigbaar was met de bewoordingen ervan en dat het bewezenverklaarde kon worden afgeleid uit de bewijsmiddelen. De vorderingen van de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1], werden ook in de beoordeling meegenomen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover het de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen betreft en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige behandeling van vorderingen van benadeelde partijen in hoger beroep, vooral wanneer deze niet expliciet zijn beperkt in hun vordering.