ECLI:NL:HR:2009:BH8890
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Bestorming van het ADO-home door Ajax-supporters en de gevolgen voor de benadeelde partijen
In deze zaak gaat het om de bestorming van het supportershome van ADO Den Haag door Ajax-supporters op 10 februari 2006. De verdachte is beschuldigd van openlijk geweld in vereniging, waarbij hij met een honkbalknuppel en andere voorwerpen meerdere slachtoffers heeft geslagen. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan verschillende personen en het openlijk geweld tegen goederen. Het Hof heeft de tenlastelegging zo opgevat dat het geweld ook gericht was tegen personen die niet daadwerkelijk zijn geslagen, maar die deel uitmaakten van de groep die werd aangevallen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de uitleg van de tenlastelegging door het Hof niet onverenigbaar is met de bewoordingen ervan en dat het bewezenverklaarde kan worden afgeleid uit de bewijsmiddelen. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] werd in hoger beroep aan de orde gesteld, maar het Hof oordeelde dat deze zich had beperkt tot het bedrag dat in eerste aanleg was toegewezen. De Hoge Raad heeft dit oordeel vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van de vordering van de benadeelde partij. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak van zorgvuldige behandeling van vorderingen van benadeelde partijen in strafzaken.