ECLI:NL:HR:2009:BH8670
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en schadevordering huurders wegens gederfd huurgenot
In deze zaak hebben de eisers, [Eiser 1] en [Eiser 2], beiden wonende te [woonplaats], de AMSTERDAMSCHE COÖPERATIEVE WONINGVEREENIGING "SAMENWERKING" B.A. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam. De eisers vorderden dat de rechtbank zou verklaren dat Samenwerking toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichting om hen het ongestoorde huurgenot te verschaffen, en dat Samenwerking aansprakelijk is voor de schade en gemaakte kosten. De eisers vorderden specifieke schadebedragen van € 2.929,83 voor [Eiser 1], € 2.021,72 voor [Eiser 2], en € 788,-- voor hen beiden. De kantonrechter heeft de vordering echter afgewezen in een vonnis van 3 juni 2005. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 maart 2007 het vonnis van de kantonrechter heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 12 juni 2009 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn begroot op nihil aan de zijde van Samenwerking. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.