ECLI:NL:HR:2009:BH8598
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake schending rechtsregels en redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 26 maart 2007 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1968. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R.M.J. Schoonbrood, advocaat te Sittard. De advocaat-generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het eerste middel van cassatie niet als zodanig werd erkend, omdat het niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De overige middelen werden eveneens verworpen, omdat zij niet tot cassatie konden leiden en geen nadere motivering vereisten volgens artikel 81 RO.
De Hoge Raad heeft ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, aangezien er meer dan twee jaar zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Ondanks deze overschrijding van de redelijke termijn, heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolg aan deze constatering verbonden hoeft te worden, gezien de opgelegde voorwaardelijke geldboete van € 240,- aan de verdachte. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, zonder verdere gevolgen te verbinden aan de overschrijding van de redelijke termijn.