ECLI:NL:HR:2009:BH8590
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1969 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Rijnmond', had beroep ingesteld tegen de verbeurdverklaring van een map met internetuitdraaien van diverse bedrijven. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het betreft de strafoplegging, behoudens de onttrekking aan het verkeer en de verbeurdverklaring van andere inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had verduidelijkt of het bewezenverklaarde, waaronder witwassen en drugsdelicten, ook met de genoemde internetuitdraaien was begaan of voorbereid. Om doelmatigheidsredenen heeft de Hoge Raad de zaak zelf afgedaan en de verbeurdverklaring van de map vernietigd, terwijl de duur van de opgelegde gevangenisstraf werd verminderd van 84 naar 78 maanden. De Hoge Raad oordeelde verder dat de redelijke termijn in de cassatiefase was overschreden, wat ook bijdroeg aan de beslissing om de gevangenisstraf te verlagen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door het Hof bij verbeurdverklaringen en de naleving van de redelijke termijn in strafprocedures.