ECLI:NL:HR:2009:BH8313
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Strafmotivering bij afwijking van door het OM gevorderde straf in poging tot doodslag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was eerder vrijgesproken van poging tot moord, maar veroordeeld voor poging tot doodslag met een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De Advocaat-Generaal had een hogere straf geëist, wat aanleiding gaf tot de vraag of de strafmotivering van het Hof voldoende was. De Hoge Raad oordeelde dat de strafmotivering onvoldoende was, omdat de opgelegde straf aanzienlijk afweek van de door het OM gevorderde straf zonder dat daar een duidelijke verklaring voor was gegeven. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad benadrukte dat het noodzakelijk is dat de rechter de redenen voor een afwijking van de eis van het OM duidelijk motiveert, vooral in gevallen waar de opgelegde straf aanzienlijk zwaarder is dan de geëiste straf. De zaak betreft een verdachte die zijn vriend heeft geprobeerd te doden uit woede over een relatie.