ECLI:NL:HR:2009:BH7850
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van overplaatsing naar andere gemeentelijke dienst
In deze zaak hebben [Eiser 1] en [Eiser 2] de Gemeente Amsterdam gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, met het verzoek om een voorziening die hen zou beschermen tegen overplaatsing naar de Dienst Werk en Inkomen. De eisers, werkzaam als toezichthouders bij de Dienst Stadstoezicht, vorderden dat de Gemeente hen in hun functie zou handhaven en zich zou onthouden van maatregelen die hun positie zouden kunnen bedreigen. De Gemeente heeft de vordering bestreden, waarna de kantonrechter op 24 juli 2006 de gevraagde voorzieningen heeft geweigerd. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 juli 2007 het vonnis van de kantonrechter heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben [Eiser 1] en [Eiser 2] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte, in overweging genomen. De advocaat van de eisers heeft op 3 april 2009 schriftelijk gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het cassatieberoep verworpen en de eisers veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Gemeente, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.