ECLI:NL:HR:2009:BH7356
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte en de omvang van het genot van woonruimte in huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres] en [verweerster] c.s. over de vraag of het gebruiksrecht van de halve zolderetage van een woning, die door [eiseres] wordt gehuurd, als huur kan worden aangemerkt. [Eiseres] heeft sinds 1 mei 1985 de tweede etage van de woning aan de [a-straat 1-II] in [woonplaats] gehuurd. De huurovereenkomst bevat bepalingen over het gebruik van de woning, maar er is onduidelijkheid over het gebruiksrecht van de halve zolder. [Verweerster] c.s. hebben in 2001 [eiseres] gedagvaard en gevorderd dat het gebruiksrecht geen huur is en beëindigd kan worden. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vorderingen van [verweerster] c.s. afgewezen, maar het gerechtshof heeft in hoger beroep geoordeeld dat het gebruiksrecht geen huur is en heeft de vorderingen toegewezen. [Eiseres] heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en geoordeeld dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het gebruik van de halve zolder niet als onderdeel van de huurovereenkomst kan worden aangemerkt. De Hoge Raad benadrukt dat een douchegelegenheid een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het te verschaffen genot van woonruimte. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Tevens zijn de kosten van het geding in cassatie aan [eiseres] toegewezen.