ECLI:NL:HR:2009:BH7132
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over kinderalimentatie na echtscheiding tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de kinderalimentatie na hun echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, heeft op 24 augustus 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Breda om de echtscheiding uit te spreken, met nevenvorderingen. De vrouw, verweerder in cassatie, heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarin zij ook een zelfstandig verzoek deed. De rechtbank heeft op 3 april 2007 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de twee minderjarige kinderen bij de vrouw zouden verblijven. Het verzoek van de vrouw om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen werd echter afgewezen.
De vrouw heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Op 31 juli 2008 heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het de afwijzing van de kinderalimentatie betreft. Het hof heeft bepaald dat de man € 225,-- per kind per maand moet betalen, met terugwerkende kracht vanaf de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.
De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof. De vrouw heeft geen verweer gevoerd. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof bevestigd en het beroep verworpen, zonder nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.