ECLI:NL:HR:2009:BH6531
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van banken bij valsheid in cheques en de zorgplicht
In deze zaak heeft eiseres, gevestigd te [vestigingsplaats], ABN AMRO BANK N.V. en Fortis Bank (Nederland) N.V. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam. Eiseres vorderde een bedrag van € 34.329,24, met rente en kosten, op grond van aansprakelijkheid voor een valsheid in een cheque. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 4 mei 2005 de vordering tegen Fortis afgewezen en een comparitie van partijen gelast. Bij eindvonnis van 1 maart 2006 heeft de rechtbank de vordering tegen ABN AMRO afgewezen. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 mei 2007 de bestreden vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN AMRO begroot op € 1101,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.