ECLI:NL:HR:2009:BH6531

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11245
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van banken bij valsheid in cheques en de zorgplicht

In deze zaak heeft eiseres, gevestigd te [vestigingsplaats], ABN AMRO BANK N.V. en Fortis Bank (Nederland) N.V. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam. Eiseres vorderde een bedrag van € 34.329,24, met rente en kosten, op grond van aansprakelijkheid voor een valsheid in een cheque. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 4 mei 2005 de vordering tegen Fortis afgewezen en een comparitie van partijen gelast. Bij eindvonnis van 1 maart 2006 heeft de rechtbank de vordering tegen ABN AMRO afgewezen. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 mei 2007 de bestreden vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN AMRO begroot op € 1101,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

15 mei 2009
Eerste Kamer
07/11245
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en ABN Amro.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploot van 17 maart 2003 ABN Amro en Fortis Bank (Nederland) N.V. (hierna: Fortis) gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, ABN Amro en Fortis hoofdelijk te veroordelen om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 34.329,24, met rente en kosten.
ABN Amro en Fortis hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 4 mei 2005 de vordering tegen Fortis afgewezen en voorts een comparitie van partijen gelast. Bij eindvonnis van 1 maart 2006 heeft de rechtbank de vordering tegen ABN Amro afgewezen.
Tegen beide vonnissen van de rechtbank heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 3 mei 2007 heeft het hof de bestreden vonnissen van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
ABN Amro heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 27 maart 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN Amro begroot op € 1101,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 mei 2009.