ECLI:NL:HR:2009:BH6283
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis en hoorplicht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 april 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een voorlopige machtiging tot opname van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie in het arrondissement Maastricht had op 16 oktober 2008 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor een machtiging om de betrokkene op te nemen en te laten verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank verleende deze machtiging op 20 oktober 2008, na de betrokkene te hebben gehoord, bijgestaan door zijn advocaat en behandelaar. De betrokkene heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van de betrokkene over de hoorplicht en de wijze van onderzoek door de psychiater behandeld. De betrokkene stelde dat hij niet voldoende op de hoogte was gesteld van de behandeling van het verzoek en dat hij niet met zijn advocaat had kunnen overleggen. Daarnaast werd geklaagd over de basis van het oordeel van de rechtbank dat er sprake was van een stoornis van de geestvermogens, omdat de psychiater de betrokkene niet persoonlijk had onderzocht, maar alleen gebruik had gemaakt van informatie uit het medisch dossier.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet opgingen. Het werd vastgesteld dat de betrokkene wel degelijk was gehoord en dat de psychiater, ondanks het ontbreken van persoonlijk contact, voldoende informatie had verzameld om tot zijn conclusie te komen. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep van de betrokkene, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft.